Juli 1914]. Tactisch gebruik van Mitrailleurs.
front beschoten—bovendien afbreuk te doen door echarpeerend vuur.
Vanzelf komt hierbij aan den dag de vraag: waar zal de A. B.
zijne Mitrs. in stelling doen komen? Punt 58 R. E. M. II zegt,
dat zij bij het terrein winnen zich als regel zullen ophouden ter
hoogte van onderst, troepen of van de compn. der 2e gevechtslinie;
m. i. valt hieruit niet veel te halen. Wellicht zou verduidelijking
mogelijk zijn. Volgens sub. h. punt 25 van evengenoemd reglement
moet de mitr. stelling buiten bereik liggen van op eigen troepen
gericht vuur. Houdt men nu rekening met de oorlogspractijk, dat
meestal te hoog geschoten wordt en dus 't terrein tot op grooten
afstand achter de tir. linie onveilig wordt gemaakt, dan is dit een
vingerwijzing, om niet achter de gevechtsliniën te trachten gedekt
terrein te winnen. Men doet beter om zich te bewegen in de inter
vallen der bataljons en nog beter om zich te bewegen op een der
vleugels der strijdende linie, te meer daar aan echarpeerend
enfileerend mitr. vuur meer uitwerking wordt toegeschreven.
Men zal 't beste doen om de oprukkende mitrs. aan te wijzen de
strook, gelegen tusschen de binnenvleugels van vasthoudende en
beslissende groep en wel omdat in die strook:
le. 't minst last van vijandelijk vuur zal worden ondervonden;
2e' minder de aandacht van den vijand gevestigd zal zijn, dus meer
gelegenheid om ongezien en gedekt te naderen;
3e. meer kans zal bestaan om echarpeerend of enfileerend vuur
vóór langs beslissende en vasthoudende groep af te geven, zoodat 't
steunen dier groepen beter geschieden kan;
4e. beter kunnen afgewezen worden de vijandelijke stooten op de
binnenflanken der beide groepen;
5e. minder gestoord door vijandelijk vuur, rustiger 't verloop van
den strijd kan waargenomen worden en de Mitr. comdt. meer kans
zal hebben direct een fout van den vijand of een gunstig oogenblik
te onderkennen en daarvan partij te trekken;
6e. last not least de noodige ruimte zal gevonden worden om de
stukken ter vermindering van uitwerking van Art. vuur zoo
noodig ver uit elkaar te kunnen plaatsen; zie sub 7 punt 25 R.E.M.
II. Deze onderlinge afstand rekent men op 25 a 30 M., zoodat een
stelling voor 4 Mitrs. reeds een lengte beslaat van 100 M.
Gaan we thans volgens de Fransche inzichten na, op welke wijze
een commandant van een onzer legerbrigades de hem toegevoegde
636