Juli 1914], Tactisch gebruik van Mitrailleurs. verdient 't als reeds gezegd aanbeveling meerdere stellingen te maken en de Mitrs. voorloopig bij de reserve in te deelen. De stelling van Changtoe in den slag bij Moekden moet o.a. 3 X zooveel Mitr. stellingen gehad hebben als er Mitr. afdeelingen waren. In verband met 't verrassend karakter, dat aan Mitr. vuur eigen moet zijn, zal 't verkeerd zijn om aan een afd. Mitrs. van te voren bepaalde sectoren of strooken aan te wijzen voor 't bevuren van alleen in die strooken of sectoren opkomende doelen. Hunne volle prestatie zou dan niet benut worden, want 't meermalen opduiken van een gunstig doel in één zelfde strook of sector zal vooral wanneer daarin reeds een rafale is afgegeven—van den vijand niet te verwachten zijn; bovendien zouden dan de Mitrs. in andere sectoren of strooken een gunstig moment voor echarpeerend of enfileerend vuur, dat des te meer uitwerking belooft, moeten laten voorbij gaan, alleen omdat er een doel opduikt in eene andere strook of sector. (Zie punt 4 en 5 (2) R. E. M. II.) Men blijve voorts indachtig aan den stelregel: „sparen van vuur voor middelbare, liefst voor kleine afstanden" en late zich niet verleiden tot 't verkeerd gebruik van Mitrs. in een verdedigende stelling om door vroegtijdige vuuropening (dus op groote afstanden1) den vijand tot vroegtijdige ontwikkeling te dwingen. Men late dit aan de Art. over. Een vroegtijdige opening van het Mitr. vuur toch, doet de kans stijgen, dat dit wapen onder vijandelijk Artie. vuur geraakt. Mitrs. in eene verdedigende stelling moeten hunne krachten sparen om den hoofdaanval af te wijzen; dan toch zal de vijand vermoedelijk op een of meer punten samengedrongen worden en m. i. bestaat er dan vooral op de kleine afstanden een prachtdoel voor de verdedigende Mitrs. Zooals aangegeven in punt 5 (1) R. E. M. II. wordt ook van Fransche zijde aanbevolen zooveel mogelijk te werken met slechts 1 sectie Mitr. onder een officier (onze formatie telt, m. i. zeer verkeerd, 1 serg. maj. instructeur en eventueel een onderluit. als sectiecomtd.) en wel omdat dan een handig en soepel gebruik in 't terrein mogelijk wordt en men een klein doel aanbriedt, dat weinig kans heeft om Artie. vuur aan te trekken. In front komen als stellingen in aanmerking: le. de steunpunten; 2e. de gedeelten, waartegenover de vijand zich slechts in smal front kan 640

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 28