Juli 1914.] De Invloed van het terrein op de Ind. oorlogvoering.
anders de onafzienbare graanvelden bij Salisbury, de zachte hellin
gen bij Weissenburg, bij Mars la Tour, om Leipzig te zien, te lezen
van de reuzenvlakten in Thracië en Mandchoerye of zoo iets bij
ons te willen zoeken.
Waar bij ons de toekomstige ontmoetingen mogen verwacht
worden, zullen we hebben sawah's en kampongs, geschakeerd zooals
ze grillig dooreen liggen en toch met een zekere regelmaat voor
den kenner van den aard van ons terrein.
De Kampong verleent nergens eenige directe bescherming tegen
vuur, een rand heeft ze wel, maar niet om er eene randverdediging
van te maken zooals bij een dorp meestal mogelijk is— in dit opzicht
lijkt de inrichting van den rand meer op die van een boschperceel,
zooals we dat in de tactiekboeken beschreven vinden.
Inwendig is de begaanbaarheid in alle richtingen groot, de lichte
paggers vormen geen wezenlijk beletsel en alles wat er in is, kan
zich uitnemend tegen gezicht gedekt rekenen.
Gemarkeerde plekken teekenen zich naar buiten niet af. Kerken,
torens of bijzondere gebouwen ontbreken, alieen de klapperboomen
duiden de nabijheid van menschelijke woonplaatsen aan.
De ingewijde weet, dat, al mogen ergens de groote wegen buiten
om de kampongs leiden, tusschen alle bewoonde plaatsen goede ver
bindingen zijn; zij het ook alleen voor voetgangers en ruiters.
Maar niettegenstaande de begaanbaarheid blijft een groote factor
over in tegenstelling met dorpen en heel wat Eur. bosschen, n.l.
dat de gevechtsleiding uiterst moeilijk is en dat 100M. overzicht
al een heele afstand wordt.
Een hooge boom baat niets en molens of torentjes als uitzichtpun
ten zijn er niet.
Kampongs zijn dus bronnen van verrassingen.
Voegen we daarbij, dat de rijstvelden er tusschen, zich geheel
naar het grillig verloop van het terrein voegen, als de tallooze wen
dingen van de tranches op de kaart, dat waterleidingen in alle rich
tingen loopen met hare onvermijdelijke begroeiing; (de natuurlijke wa
terleidingen door de diepste gedeelten, in den regel met veel hout en
de kunstmatige, van wege de besproeiing, over de hoogste gedeelten),
dan mag als regel gerust aangenomen worden, dat niettegenstaande
hunne schijnbaar geisoleerde ligging gedekte nadering van kampongs
steeds mogelijk is.
646