in de Duitsche en Fransche Reglementen, maar geen afdoend ant
woord wist te geven op de vraag, hoe 't nu moest in de Nederland-
sche terreinen en volgens de Nederlandsche opvattingen.
Het staat in de oogen van enkelen misschien heel geleerd, als
een officier op een tactische oefening op de kaart met een Duit
sche „Felddienstordnung" komt of vraagt in hoeverre de leider de
inleiding van het gevecht zal laten voeren volgens „Hützenreiter"
dan wel „Hoppenstedt."
Daarin schuilt meer kwaad dan men denkt.
Want het zelf leeren denken, het oefenen van dat heerlijke ver
mogen, het gebruik van onze rede, die altijd bij ons is en alleen
maar wat meer waardeering vraagt, wordt daardoor ten achter
gesteld.
En toch is dat het eenige wat we meedragen. Als de Japanners
geland zijn, zullen we niet kunnen vragen, of het nu volgens schema
A, dan wel schema B. moet.
Dan moeten we het nemen, zooals het valt, het terrein zooals
het is, onverschillig of het „deugt" of „niet deugt"; dan hebben
we met een koel hoofd en een onbevangen blik den toestand aan
te zien en te handelen.
Het bestudeeren van vreemde reglementen en schrijvers heeft
dan nut, als de lezer zich duidelijk weet te verplaatsen in het ge-
dachtenleven van den schrijver of de schrijvers om ten slotte zoo
veel objectiviteit over te houden, dat hij zijne eigen conclusies
weet te stellen.
Maar dan vragen we ook niet meer: wat zegt Schlichting of
Blume ervan, maar: wat zouden zij gezegd hebben, als ze in deze
terreinen met onze hulpmiddelen hadden gewerkt?
Zoo zijn we ongemerkt gekomen, op iets waartoe het terrein ons
ook dwingt„het ontwikkelen van ons denkver-
moge n."
Leeren zelfstandig te denken. Eerst natuurlijk leeren denken, want
dat is ook nog een kunst en dan leeren zelfstandig te denken.
Daarbij de voor ons onverbiddelijke wet van de samenwerking
in het oog te houden, zoo, dat we, gescheiden optredende, toch
steeds in staat zijn te ondersteunen of ondersteund te worden en
eigen roem weten achter te stellen bij het algemeene doel. Dus
eene zoodanige zelfbeheersching, dat het gevoel de rede niet over-
658
Juli 1914] De INVLOED VAN HET TERREIN OP DE iND. OORLOGVOERING.