De invloed van het terrein op de Ind. oorlogvoering. [Juli 1914.
meestert, zelfs in oogenblikken van verrassing of kans op een
partiëel succès, dat niet in de algemeene lijn ligt.
We hebben in de Pedir-expeditie voorbeelden gehad van zeer
geslaagde overvallen en omsingelingen, waarbij de daarvoor aange
wezen afdeelingen, elk op zichzelf en langs verschillende wegen
gelijktijdig naderden.
Ieder zorgde op zijn tijd te zijn en was er in den regel ook,
maar stel dat een der commandanten zich had laten afleiden!
En dat is natuurlijk een gerechtvaardigde vrees voor velen, die
liever alles bijeen houden en bang zijn, dat bij te veel vrijheid
van denken losbandigheid ontstaat.
Zij vergeten weer de spreuk „niet repressief, maar preventief".
Losbandigheid voorkomen, niet door de vrijheid te onderdrukken,
maar een juist gebruik van de vrijheid te beoefenen.
Ons terrein dwingt in hooge mate tot oplossing. Er is niet veel
manoeuvreeren noodig om elkaar „kwijt" te zijn. Welnu, dan oefe
nen om uit de opgeloste vormen het beste te halen, wat er uit te
halen valt.
Niet de Boeren navolgen, zoolang ze met hunne commando's
naar het believen van eiken chef deden, wat ze goed dachten, maar
wel toen Gen. de Wet eenheid van handeling eischte.
In hoeveel lijnen wordt opgetreden doet er niet toe, als ze maar
convergeeren in het doel.
Dat kan voor hen, die het terrein kennen, een goed initiatief
bezitten en het algemeene doel scherp in het oog houden!
Zij weten, waar voetpaden moeten gevonden worden en waar niet.
Zij zien aan de begroeiing reeds op een afstand of er doorkomen
is of niet, onderkennen aan de kleur en soort der blaren, sompen
en moerassen of drogen grond, herkennen de boomen, waarbij
geregeld drinkwater is, gaan met vertrouwen op hun speurzintuig
den marsch in.
De inlander kan in veel nog onze leermeester zijn.
Hadden we dat steeds ernstig ter harte genomen, dan zouden
we niet jarenlang zoo tegen dat terrein hebben opgezien. Hoewel
me geen cijfers ten dienste staan, om een bewijs te leveren, zoo zal
toch een ieder erkennen, dat ons aanvallend optreden van af het
oogenblik, dat we den slag te pakken hadden, ons heel wat minder
verliezen heeft berokkend, dan het verdedigend.
659