Over stellingnemen en Granaatkartetsvuur. [Juli 1914.
Toch bevat het artikel nog eenige onjuistheden, die we nader
zullen bespreken.
le. De banen, die de granaatkartetskogels beschrijven, zijn door
den generaal Rohne recht aangenomen, omdat de fout, die hierdoor
wordt gemaakt, niet de moeite waard zou zijn. Voorgroote invals
hoeken en kleine springhoogten kan men op deze wijze wel te
werk gaan, maar geheel foutief worden de berekeningen als we,
zooals later in het artikel is geschied, vergelijkingen maken tusschen
de uitwerking op kleine en die op groote afstanden. Immers wordt
door aan te nemen, dat de banen, die de granaatkartetskogels
doorloopen, recht zijn, de uitwerking op de korte afstanden te klein
berekend, omdat de kogels, die met rechte banen over het doel
heen zouden gaan, en eerst buiten de dieptewerking den bodem
zouden bereiken, in werkelijkheid veel eerder de doelschijven
zullen treffen en dus nog werkzaam zullen zijn. Op de grootere
afstanden daarentegen zal door de kromming van de banen der
kogels, die het verst van het springpunt neerkomen, de werkings
sfeer worden verkleind en dus de uitwerking verminderd. Door dus
aan te nemen, dat de banen van de granaatkartetskogels recht
zijn, wordt de uitwerking op de korte afstanden te klein, op de
groote te groot berekend. In ons artikel van 1911 hebben we reeds
aangegeven op welke wijze de werking van de zwaartekracht bij
de uitwerking van de granaatkartetsen in rekening kan worden
gebracht.
2e. De generaal Rohne neemt dan de som van het aantal getrof
fen figuren in elk der schijven, die hij veronderstelt, dat op 10,
20 enz. M. van het springpunt zijn geplaatst, als vergelijking van
de uitwerking. Dit is, vooral als er weinig schijven binnen de
werkingssfeer staan, zeer onnauwkeurig, en de uitkomst hangt in
dat geval geheel van het toeval af
Beschouwen we b. v. fig 4 b. van blz 65 van de Art. Monatsh. (Jan.
1914) dan zien we, dat als de eerste kogels van de granaatkartets
toevallig 1 M. verder op den grond kwamen en de laatste 2 M.
dichterbij, dan zouden de schijven 2 en 6 net niet meer getroffen
worden, terwijl ze nu respect. 3.2 en 5.0 getroffen figuren opleverden.
De totale uitwerking zou in werkelijkheid slechts onmerkbaar minder
zijn, maar de kolom van de treffertotalen zou het getal 52.2 inplaats
van 60.4 aangeven, zoodat een uitwerking van 15% meer door het
669