Juli 1914] Uit de practijk. maken, werd intusschen rijst ingekocht en begon een gedeelte der manschappen, na hunne paarden te hebben overgegeven, rijst te koken in de medegevoerde kookpannetjes voor hen en de overige manschap pen; de kok zorgde voor soep, sambal en thee. Voor de paarden was padi en gras besteld, doch nog niet geleverd en werd in afwachting hiervan voorloopig de in de mondzakken medegenomen gaba verstrekt. Zoo hadden ruiter en paard binnen niet al te langen tijd een voorloopig maal. Van 4—5 n.m. werd staltijd gehouden, de paarden nog eens duchtig gepoetst en vond de esk. comdt. gelegenheid te constateeren, dat de toestand van paarden en manschappen niets te wenschen over liet. Voor de verkenning van de Tji Sadane op den 23sten waren vier patrouilles aangewezen, zij marcheerden den volgenden morgen (23. April) te 7 v.m. af, nadat de ruiters zelf hun eigen rijst hadden gekookt, waarvan de helft diende voor ontbijt en de andere helft in de kook pannetjes werd medegenomen. De kok zorgde voor zoute visch, sambal en koffie; de veldflesschen werden gevuld. De patrouilles hadden de volgende opdrachten: Patr. 1 zal volgen den weg Pamagasari-Tjioeni en de Tji Sadane verkennen v/m den overgang bij Priang, verder Z. waarts tot ter hoogte van hpt. 50 (West Pasar Serpong). Patr. II volgt den weg Pamagasari-Pasar Serpong en verkent de Tji Sadane van af hpt. 50 tot aan Lh. Goenoeng Sindoer. Patr. Ill volgt den weg Pamagasari-Goenoeng Sindoer en verkent verder Zuidelijk tot ter hoogte n. van Panoöngan. Patr. IV marcheert naar Poetat Noetoek, en verkent de Tji Sadane verder Zuidelijk t/m de brug bij Tjampea. De patrouilles moesten na afloop der verkenning een geschikt bivak uitzoeken voor den nacht. Het overgebleven gedeelte marcheerde onder den esk. comdt. naar Poetat Noetoek, en beoefende daar daadwerkelijk het overtrek ken van een groote rivier. Alle (12) paarden zwommen aan een fouragestrik geleid achter het vlot de Tji Sadane over. Op het vlot stonden drie man, waarvan twee de fouragestrik vast hielden en een voor eventueele hulp bij de hand was. De paarden werden te voren afgezadeld. De overtocht van deze 12 paarden één voor één duurde in zijn 680

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 68