Uit de practijk. [Juli 1914. Alle officieren dienen hierbij aanwezig te zijn; wie de officieren van zijne compagnie toestaat, dat zij elkaar op het terrein aflossen, toont in 't groot hoe klein het gewicht is, dat hij aan deze hoofd taak hecht. Schutters moeten leeren denken bij het schieten, ten einde hun eigen fouten te herstellen. Zoo mogelijk moeten alle schutters één en dezelfde oefening schieten, tijdverspelen met verhuizen is zonde. Voor onderwijzer en aanteekenaar is schaduw, voor den schutter is de zon het meest gewenscht. Geen commando's, tijdig vullen en schieten als de schijf stilstaat spaart tijd. Er dient onderwijs gegeven te worden, niet geëxamineerd; wie slecht schiet, ontvangt onderricht op korteren afstand of opgelegd, nadat de anderen hebben afgeschoten. In de strafregisters staan alleen straffen voor slecht exerceeren, waarom niet eveneens voor 't veel zondiger „weinig ambitie betoond bij 't schieten"? D. I. D. Door te veel ambitie wordt bij'de oefeningen vóór het signaal „ge wapend appel" aangetreden en dikwijls afgemarcheerd; dit signaal is toch niet alleen bestemd voor den hoornblazer? Zijn er bij een Bataljon één Luitenant- en één Bataljonsadjudant? blz. 44. Waar is het woord „Overste" gesanctionneerd? E. Hoewel daarmede nooit een proef is genomen, schijnt het, dat de marschsnelheid van Inlandsche troepen verhoogd wordt bij het marcheeren op schoenen zonder hakken. Een enkele laag leder op dat deel der schoen voorkomt het doorslijten der zool eveneens. F. Het regimentsverband. Waar dit door velen noodzakelijk wordt geacht, doch niet bestaat, is een surrogaat misschien beter dan niets. Men voelt in het hooger verband het gebrek aan een commandant der Infanterie. De taak van brigadecommandant in het gevecht is zeer veel omvat tend. Zijne bevelen voor de Infanterie moet hij niet aan één, doch aan verschillende commandanten geven, terwijl de door deze aange- 691

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 79