Infanterie opleiding. [Juli 1914. hij het kunnen van den soldaat wil zoeken in de volledige beheer- sching der middelen, niet in veel theoretische kennis. M. i. is theoretisch geen „lagere taktiek" te leeren. Wien onzer zijn niet bij ondervinding bekend de gevallen, waarin b. v. door kaderschool-aspiranten de verplichtingen van posten werden afge roffeld als een watervalletje, terwijl de practische toepassing bene den kritiek bleek te zijn. Bij de allereenvoudigste opdracht bleek de man dan eensklaps twee linkerhanden en een dubbel stel tanden te bezitten. Nog eens: de lagere taktiek, de taktiek van den soldaat, laat zich niet theoretisch leeren, het is uitsluitend practijk. In dit opzicht stond de vervallen Leidraad voor opleiding en oefening der Infante rie op een zeer goed standpunt. Punt 10 toch schreef voor: „Het on derwijs der recruten moet zooveel mogelijk practisch'en aanschou- „welijk zijn: theorie dient slechts beschouwd te worden als een nood zakelijke, tot een minimum te beperken, aanvulling van de practische „opleiding". Dit principe is in den nieuwen grondslag niet meer zoo gestipuleerd, integendeel vindt men daarin het pertinente voorschrift (punt 25) „een ieder ook theoretisch blijvend op de hoogte van zijne taak te houden", welk voorschrift dus ook geldt voor de fuseliers. Het is m. i. doodjammer, dat de tekst van punt 10 van den vervallen Leidraad niet is blijven bestaan. Nu is het mogelijk dat punt 25 tenge volge heeft, dat de theorie zich te veel op den voorgrond dringt. Er ont staat bij velen eene neiging tot het begaan van wat Hoppenstedt noemt den „leider noch zu viel betretenen Wege des Einpaukens". Voor namelijk is dit het geval omdat het gemakkelijker is en de gevolgen niet dagelijks in het oog springen. Wel is waar komt een eenigszins overeenkomstig voorschrift voor in den Grondslag (de alinea N. B. van punt 26), doch in de eerste plaats is het m. i. niet genoeg in het oog springend geplaatst, en ten tweede is het lang niet zoo pertinent als het vroegere. Het hoorde dunkt me thuis in Hoofdstuk IV onder het Theoretisch onderricht en was cursiveering niet ongewenscht. Volgens dezen gedachtengang zullen we bij de individueele opleiding dus „practische theorie" moeten houden. Trouwens waar het de lagere taktiek betreft, vinden we heel veel zaken niet in het boekje. Om eens een voorbeeld te noemen: in dealgemeene verplichtingen van posten van veldwachten (V. V. I, 133) komt niet 619

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 7