Juli 1914.] Korte Mededeelingen.
Prijsuraag ouer Dndië.
„De Avondpost" schrijft de navolgende prijsvraag uit:
„Welke maatregelen hunnen genomen morden om bet beboud nan Indië
door Dederland te nerzekeren?"
De mededinging is voor een ieder opengesteld.
Bij de behandeling van het onderwerp moeten ook de navolgende
vragen aan een beschouwing worden onderworpen:
lo. Kan kolonisatie van Nederlanders in den Archipel met kans op
succes ondernomen worden?
2o. Kan kolonisatie van andere volken bijdragen tot nauwer aan
éénsluiting van Nederlanders en de bezittingen in Azië?
3o. Wat kan gedaan worden tot aanmoediging van Nederlandsche
jongelieden om zich te geven aan den Indischen Staatsdienst of aan
het vrije maatschappelijke beroep aldaar?
4o. Door welke middelen kan men bij de Inlandsche volkeren het
saamhoorigheidsgevoel met Nederland bevorderen?
5o. Wat kan in het algemeen gedaan worden om Nederland en Indië
te doen inééngroeien tot één Staatsgemeenschap, zóó dat Indië zelf zich
voelt als een deel dier Staatsgemeenschap?
De militaire maatregelen te land en te water, die genomen kun
nen worden tot het behoud van Indië, wenschen wij buiten beschou
wing te zien gelaten.
De Europeesche kolonisatie van Ned.-Indië heeft meermalen een
punt van onderzoek uitgemaakt.
Het laatste is dit geschied in 1857, toen ingevolge een adres van
tien Nederlandsche notabelen, geïnteresseerd bij handel of bestuur der
Koloniën, een Staatscommissie werd benoemd tot het bestudeeren van
dit vraagstuk.
Het uitvoerige rapport dier commissie met talrijke bijlagen, bevat
veel wetenswaardigs.
Tusschen 1857 en 1914 ligt echter ruim een halve eeuw; toestanden
en inzichten hebben zich sinds dien tijd belangrijk gewijzigd.
De antwoorden worden vóór 1 Januari 1900 vijftien bij de Redac
tie ingewacht p. a. „Commissie voor de prijsvraag Indië."
Het papier s.v.p. aan ééne zijde te beschrijven.
De inzendingen, die daarvoor het meest geschikt geoordeeld wor
den, zullen in „De Avondpost" worden opgenomen, onderteekend,zoo
als door den schrijver gewenscht wordt.
Voor de beantwoording, die door de Commissie het best geoor
deeld wordt, looft de Redactie een prijs uit van
698