Tactische oefening op de kaart. 2e serie. [Juli 1914. zal afhangen van hetgeen van beide doelen is waar te nemen. Het bericht, dat te Tagogapoe vijandelijke cavaleriepatrouilles werden waargenomen, behoeft geen aanleiding te zijn voor bijzondere maatregelen, daar uit den aard der zaak voor de gevechtsbeveiliging op de vleugels der stelling reeds het noodige was verricht. De reserve, waarbij het detnt. van majoor B intusschen is aange komen, bevindt zich nog steeds te Babakan! Hoewel nl. de comdt. der 2e Brigade uit de verschillende berichten kon opmaken dat zijn linkervleugel de meest bedreigde was, kon hij nog niet besluiten tot het verplaatsen zijner reserve naar dien vleugel. Het was n.l. reeds 4 uur in den namiddag en, gelet op den nog vrij grooten afstand van den vijand, niet waarschijnlijk, dat vóór het vallen van den avond, de beslissende aanval kan plaats hebben. Niet onmogelijk zelfs is dat de vijand alleen maar de aandacht van den verdediger wil vestigen op den linkervleugel van diens stelling, zoodoende de hoofdkrachten van den verdediger naar dien vleugel te lokken om ten slotte 's nachts den rechtervleugel (strategisch den meest gewichtigen) van den verdediger te naderen en 's morgens vroeg aan te vallen. Het spreekt echter vanzelf, dat het al of niet doen oprukken van de A. R. voortdurend een punt van overweging uitmaakte van den Br. C. Wél vond de Br. C. het na ontvangst van de berichten om 4 n. m. gewenscht één sectie Artillerie van de A. R. te doen oprukken naar de 11 van Tega//adja, waartoe dan ook de noodige bevelen werden gegeven. Bedoelde sectie kreeg opdracht op genoemd punt stelling te nemen ten einde te kunnen medewerken tot het afslaan van een eventueel krachtig doorgezette voorwaartsche beweging van de vijandelijke Infanterie. Het 4.30 n.m. ontvangen bericht kwam nog net tijdig genoeg om den twijfel van den Br. C. betreffende het verplaatsen van de A. R. op te heffen. Reeds om 5 n.m. zien we dan ook de A. R. in opmarsch naar Pasir Hoeni 1. Hiermede kan deze oefening als geëindigd worden beschouwd. Vol ledigheidshalve zou nog kunnen worden vermeld, dat den volgenden morgen blijkt, dat de vijand op den linkervleugel doorzet en dat de verdediger zijn A. R. zoo mogelijk nog versterkt met één van de twee om 12 uur 's nachts aangekomen bataljons, van uit Pasir Hoeni 1 inzet tot het doen van een tegenaanval. Oeiening Do 6. Algemeen denkbeeld. Een blauw leger is van uit Bandoeng een van Batavia naar Ban doeng oprukkend rood leger tegemoet gegaan. Beide legers staan tus- schen Tagogapoe en Poerwakarta tegenover elkaar. 711 I. M. T. 1914. 47.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 99