Ouer stellingncmen en granaaf-
i
kartetsDuur.
I
Door de groote kans, die een onoordeelkundig opgestelde batterij
heeft, om door vijandelijk vuur zware verliezen te lijden, en door
de moeilijkheden, die aan eene stellingverandering in den weg
worden gelegd, als gedurende het gevecht blijkt, dat een batterij
een verkeerde stelling heeft ingenomen, is het van belang, dat de
artillerie-commandant tijdig op de hoogte is van den toestand van
het terrein, waarin door zijn afdeeling zal moeten worden geageerd.
Hieruit volgt de noodzakelijkheid van voldoende goed geoefende
artillerie-verkenners, die uit de batterijen genomen ter beschikking
van den artie. Cdt. zullen moeten worden gesteld.
Bovendien is het noodig, dat de B. Cn. over voldoend perso
neel beschikken, om bij het uitzoeken en in gereedheid brengen van
de ar.tillerie-stellingen behulpzaam te zijn (het zg. personeel B. C.),
ten einde zeker te zijn van een snelle stellingname en vlugge vuur-
opening, terwijl bovendien waarborgen moeten worden verkregen,
voor de grootst mogelijke gevechtsdekking en de meest eenvoudige
wijze van munitieaanvulling.
Waar de tegenwoordige organisatie van de bergbatterijen in deze
behoeften niet voorziet en met de invoering van snelvuur-bergmaterieel
en gelijktijdige reorganisatie nog wel eenigen tijd gemoeid zal zijn,
is het van belang eerst in het kort eens na te gaan welke factoren
voor de verkenning uit het tegenwoordige personeel zijn te halen
en voorts op welke wijze in het algemeen het personeel voor den
B. C. het best is te gebruiken, ten einde de batterij zoo snel moge
lijk in stelling te brengen. Voor dit laatste zal het noodig zijn een
bepaald schema eerst vast te stellen, waarvan naar gelang van de
omstandigheden natuurlijk moet worden afgeweken.
Bij indeeling van den adjudant-onderofficier of onderluitenant
als sectie Cdt. wordt de 2e luitenant (dus de Cdt. G. T.) inge-
1) De organisatie spreekt slechts van een totaal van 3 officieren, waar
van 1 adj. O. O.
662