Korte Mededeelinoen. [Juli 1914.
vrachtvrij geschieden bij den Secretaris der Vereeniging, Banstraat
25, den Haag.
Het Bestuur voornoemd,
Dr. H. BLINK, Voorzitter.
Mr. R. E. K1ELSTRA, Secretaris.
fflededeeling Dan de Redactie.
De kapitein Bannink verweet ons in het vorige nummer, dat het
rapport van de Staatscommissie niet in het tijdschrift was behandeld.
Wij kunnen ons niet geheel aan dit verwijt onttrekken, voornamelijk
ten opzichte van de heeren, die op de buitenbezittingen vertoeven
en wellicht niet altijd de groote dagbladen ter beschikking hebben.
Overigens moeten wij opmerken, dat het rapport, dat niet alleen
het militair belang, maar hoofdzakelijk het algemeen belang raakt,
met groote gretigheid in de dagbladen van alle kanten bekeken
werd; een artikel in het tijdschrift zou, wegens het verschijnen
éénmaal in de maand, allicht in herhaling vervallen zijn van reeds
in dagbladen verschenen besprekingen.
Wij gelooven niet, dat gebrek aan belangstelling in onze landsver
dediging reden is geweest, dat zich geen oificieren in het tijdschrift
hebben geuit; is de heer Bannink er niet van overtuigd, dat onder
de vele schrijvers in de dagbladen vele officieren voorkomen?
Een officier, die naar aanleiding van het Rapport van de Staats
commissie zijne ideeën over het defensie vraagstuk had neergeschreven,
deelde ons mede, dat hij zijn arbeid in Nederland in een der toon
aangevende dag- of weekbladen zou publiceeren, omdat hij dan
meer kans zou hebben, dat zijn ideeën niet alleen door belang
stellende, maar ook door stemhebbende personen zou worden
gelezen, dan bij plaatsing in een vakblad.
Hoewel wij ervan overtuigd zijn, dat een waardevol stuk in het
tijdschrift ook wel zijn weg zal vinden tot kringen buiten de
belangstellende militaire lezers, is een zekere mate van juistheid
aan bedoelde opvatting niet te ontzeggen.
Wanneer verder in overweging wordt genomen, dat officieren,
die te Batavia vertoeven en soms de beschikking over vele gegevens
zouden kunnen hebben, vaak door gebrek aan tijd en ook door
bekendheid met geheime archiefstukken, niet tot de behandeling
van zoo'n uitgebreid staatsstuk kunnen komen, dan is daarin ook weer
een motief gelegen om gebrek aan belangstelling tegen te spreken.
Wij eindigen met den heer Bannink de verzekering te geven,
dat het vraagstuk onze aandacht heeft, en hopen daarvan te
gelegener tijd in het tijdschrift te kunnen doen blijken.
Red.
701