Oüerzicht uan eenige Tijdschriften.
Mavors 1914 No. 5.
De le Luitenant Westerveld beëindigt in deze aflevering zijn artikel:
„Het gevecht der verbonden wapens, voornamelijk beschouwd
„uit een artilleristisch oogpunt."
Waar S. het optreden van de artillerie des verdedigers behan
delt, trof ons in het bijzonder de volgende alinea:
„Hoofdzaak blijft echter de afwering van den aanval der infan
terie, omdat alleen door het gelukken van dien aanval de strijd
„ten voordeele van den aanvaller kan beslist worden."
Uit hetgeen daarbij verder wordt vermeld, moet afgeleid worden,
dat S. het beginsel is toegedaan, neergelegd in het Nederlandsche
Ontwerp-Reglement. B. A., waar in punt 286 is te lezen:
„Het doel van de verdediging is: de nadering van den aanvaller,
„in de eerste plaats van diens infanterie te beletten. Beschieten
„van de aanvallende infanterie is daarom de hoofdopdracht van
de artillerie van den verdediger".
We zullen straks een artikel vermelden, voorkomende in het laat
ste nummer van de Spectator, waarin enkele punten uit het Ontwerp-
Regl. B. A. worden besproken, en waarin hoofdzakelijk bezwaar
wordt gemaakt tegen het woordje „daarom", hierboven aangehaald.
„Een paar gevechtsbevelen uit den ouden tijd" aldus luidt de
titel van een kort artikel van kapitein van Dam van Isselt. Eén
van die gevechtsbevelen vindt de lezer elders in dit tijdschrift in
extenzo vermeld.
S. haalde zijn gegevens uit het werk van den bekenden Oosten-
rijkschen militairen psycholoog C. v. B—K, welk werk is getiteld:
„Geist und Stoff im Kriege".
In den oorlog, zoo merkt S. op, gaat het innerlijke boven het uiter
lijke, het wezen boven den veelal dooden vorm, en daarom acht
S. het lezen van een dergelijke psychologische studie zoo nuttig,
omdat het ons in den dagelijkschen sleur zal behoeden voor een
uitsluitende vereering van den vormendienst.
Nog vinde vermelding een kort artikel van luitenant S. J. C. Oly
luidende: „Iets over verwonding en kaliber".
S. verwijst met betrekking tot dit onderwerp in het bijzonder naar
705