Aug. 1914], De strijd om kustversterkingen in de 3. Van den aanvang af werd er door de Japanners niet over gedacht, de onderneming alleen door de vloot te doen uitvoeren. 4. Ook heeft zeker niet het plan bestaan, den aanval op het kustfront te richten. 5. De vlootvoogd der Japanners was niet geneigd zijn slagschepen en kruisers te wagen. Aan de wenschen van Maarschalk Oyama voldeed hij, wat zijn slagvloot betreft, niet. Men kan toch de beschietingen, zooals ze uitgevoerd werden, niet voor ernstige gevechten aanzien. Het meeste werd wel verricht door de marine vanuit de forten van het Oost-schiereiland. De oude schepen kwamen wel op kleineren afstand, doch konden het daar niet uithouden. De goede schepen bleven buiten de zone, waarin het kustgeschut vernietigend werkte, maar konden daardoor zelf niet veel uitrichten. 6. Doordat de versperringen niet meer voldoende bewaakt konden worden, wisten de Japansche torpedobooten in de baai te komen en groot succes te behalen, echter ten koste van belangrijke ver liezen. Deze torpedoaanvallen waren de eenige werkelijke concessie van Admiraal Ito aan Maarschalk Oyama. Torpedobooten zijn goedkooper en vooral sneller te vervangen dan slagschepen en goede kruisers. 7. De gevechtskracht van de Chineezen was nog lang niet uit geput. Hoogstwaarschijnlijk zouden pas munitiegebrek en honger tot de overgave hebben kunnen dwingen. Vermoedelijk werd nu gecapituleerd, uit vrees voor een dergelijk lot als de bezetting van Port Arthur onderging, dus om moreele redenen, die niet het directe gevolg waren van het optreden der Japanners bij Wei-hai-wei zelf. 8. Vreemd is de lijdelijke rol, dien de Chineesche torpedobooten speelden. Het komt ons voor, dat een actief optreden hunnerzijds den toestand een geheel ander karakter gegeven zou hebben. 9. Voor de wetenschap is het wel jammer, dat de Chineezen zoo spoedig capituleerden. Het staat vast, dat hunne verliezen aan personeel en materieel zeer gering waren. De vraag rijst, wat er gebeurd zou zijn, indien de Chineezen het verzet langer hadden volgehouden. Tot hoever zou Admiraal 730

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 12