Aug. 1914], De strijd om kustversterkingen in de Santiago de Cuba. Toen de Vereenigde Staten van Noord-Amerika den 21en April 1898 aan Spanje den oorlog verklaarden, waren de Amerikaansche eskaders reeds tot den strijd gereed, terwijl de Spaansche slagvloot eerst den 29en van de Kaap Verdische eilanden naar West-Indië vertrok. De treurige toestand, waarin het Amerikaansche leger zich bevond, de angst, dien de Amerikanen hadden voor ondernemingen der Spaansche vloot tegen de Atlantische Oceaankust en ook onbe kwaamheid der Amerikaansche marine-autoriteiten (zie The Naval Annual 1899 blz. 131), waren oorzaak, dat de oorlog in den aanvang van Amerikaansche zijde zeer passief gevoerd werd. Het schijnt ook, dat de Amerikanen zich geen scherp kenbaar object voor de operaties ter zee en te land gesteld hadden. De Spanjaarden hadden wel een goed geoefend en sterk leger op Cuba, maar konden daarmede niets tegen Amerika aanvangen, omdat zij in den aanvang geen vloot hadden. Zoodra het Spaansche eskader onder Admiraal Cervera de West- Indische wateren bereikte, was het naaste oorlogsdoel voor beide partijen het verkrijgen van het meesterschap ter zee. Daartoe moest het Spaansche eskader trachten een eigen versterkte haven te be reiken, teneinde zich aldaar van de lange zeereis te herstellen. Eerst daarna zou het aan vechten kunnen denken. Waarschijnlijk uit vrees van de eigenlijke oorlogshavens San Juan op Portorico, of Havana op Cuba, niet ongehinderd te kunnen bereiken en in de hoop in een kleinere haven niet zoo spoedig ontdekt te worden, liep Admiraal Cervera den 19en Mei Santiago binnen, om zich van kolen te voorzien. Santiago was in het geheel niet voor zulk een bezoek ingericht. Wel waren er kolen te krijgen, maar middelen, om ze snel in de schepen te laden waren niet aanwezig, zoodat zeer veel tijd verloren werd en zonder kolen kon de vloot niet uitloopen. Eerst den 29en Mei kregen de Amerikanen zekerheid, dat de Spaansche vloot zich aldaar bevond en blokkeerden de haven, aanvankelijk met het Vliegend Eskader, vanaf den len Juni ook met het Noord-Atlantische eskader, onder bevel van Admiraal Sampson. 734 (5chelsen 2, 3, 4.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 16