De Amerikanen hadden thans een duidelijk omlijnd doel, n.l. de
vernietiging van Cervera's eskader.
Santiago was voor de Spaansche zaak strategisch zeer ongunstig
gelegen. De Spanjaarden hadden ruim 100000 man troepen op
Cuba, doch daarvan het meeste in het Westelijk deel, terwijl een
spoorwegverbinding over de lengte van het eiland niet bestond en
de gewone wegen in zeer slechten staat verkeerden.
De afstand Havana-Santiago bedroeg in vogelvlucht 650 K. M.
Bovendien was overal de Cubaansche bevolking in opstand, zoodat
overbrengen van troepen over land naar Santiago, waarschijnlijk
ondoenlijk was. De eenige versterking die men kreeg, was een
brigade onder Generaal Escario 3200 man), die den 22en Juni
van Manzanilla vertrokken en al strijdende den 2en Juli Santiago
bereikten. (In vogelvlucht meer dan 150 K.M). De plaats lag dus
geïsoleerd en moest thans, met de geringe middelen, die er waren,
de vloot beschermen.
In tactisch opzicht waren de omstandigheden voor de Spanjaar
den gunstiger.
Zooals uit schets 2 blijkt, ligt Santiago aan een diep ingesneden
baai, waarvan de monding nauw is en moeilijk te bevaren. In
het nauwste gedeelte is de vaargeul 100 M. breed, terwijl de
diepte hier en daar tot 5 vadem afneemt.
De Spaansche vloot kon, geheel tegen gezicht gedekt, een anker
plaats vinden.
Voor de verdediging schijnt sedert de 18e eeuw niets gedaan
te zijn. Eerst toen de oorlog uitbrak heeft men met plaatselijke
middelen de aanwezige werken verbeterd en voor de afsluiting
van den haveningang zorg gedragen. Men kon ook beschikken
over eenen, tijdelijk voor den dienst onbruikbaren, kruiser, Reina
Mercedes, en over een kleine kanonneerboot, „Alvarado".
Wat de bewapening betreft, was men, de kleine veranderingen
gedurende het beleg medegerekend, ten slotte tot het volgende
resultaat gekomen:
Morro batterij 5X16 c.M. voorl. (brons).
2X21 c.M. Hw. voorl.
Socapa-batterij 2X16 c.M. A. (van de Mercedes).
2X8 c.M. voorl.
3X21 c.M. Hw. voorl.
735
MODERNE KRIJGSGESCHIEDENIS. [Aug. 1914.
I. M. T. 1914 49.