Aug. 1914], De strijd om kustversterkinoen in de
De haven is sterk, als
a. aan verschillende nautische eischen voldaan wordt,
b. zij een gezond klimaat heeft,
c. vloot, dokken en tuighuizen tegen beschieting door den vijand
beveiligd zijn
d. de haven goed verdedigd kan worden.
Aan al deze eischen moet in de eerste plaats voldaan worden door
juiste keuze van het punt, waar de haven ingericht zal worden. Zelfs
eene ideale haven moet door kustversterkingen tegen eenen aanval
door eene vijandelijke vloot beschermd worden. Versterken beteekent
sterk maken, doch alvorens de maatregelen tot versterking te bera
men, dient uitgemaakt hoe sterk het zeefront moet worden.
Dit nu is geheel afhankelijk van de vraag: Met welke kracht zal
de vijand de kustversterkingen aanvallen? Welken druk zal een
aanvaller op het zeefront willen uitoefenen? Van dien druk moet
de tegendruk afhankelijk zijn.
Reeds nu zij opgemerkt, dat in het algemeen over deze zaken
door legerofficieren anders geoordeeld wordt, dan door marine
officieren. Bestudeert men de beschouwingen van Berger (1),
Stavenhagen (2) Schweeger (3) e. a. over de kustversterking en
de bewapening van kustfronten, of wel leest men de beschrijving,
die Mielichhofer (4) gieeft van den aanval door de vloot op
kustversterkingen, dan komt men onder den indruk, dat een kustfront
bijna niet sterk genoeg gemaakt kan worden. Leest men daar
entegen schrijvers als Mahan (5), Clarke (6) en Putman Cramer (7)
dan moet men de conclusie trekken, dat nimmer een vloot tegen
kustversterkingen opgewassen is, hoe middelmatig inrichting en
bewapening van deze laatste ook zijn.
Men ziet, de grenzen zijn wel wijd.
Evenals in zaken den landoorlog betreffende, verdient het aan
beveling bij de krijgsgeschiedenis te rade te gaan, teneinde ook
andere dan technische en theoretische gronden in den kring der
beschouwingen te kunnen trekken. Ten slotte is het in hoofdzaak
de mensch, die aan kust, fort of oorlogsschip leven schenkt. Het
zijn niet de pantserdikten en kalibers, die met elkaar vechten, doch
720
Zie de opgave der bronnen.