Aug. 1914], De strijd om kustversterkingen in de
26 Mrt. Russische vloot loopt uit, doch keert weer terug.
27/28 Japanners pogen den haveningang te versperren.
12/13 April Japanners strooien mijnen voor de buitenreede.
13 Russische vloot loopt uit, neemt een kort gevecht met de
Japansche vloot aan, en keert weer terug. Daarbij stoot
de Petropawlowsk op een mijn en zinkt.
Admiraal Makarow f.
15 April. Japanners geven indirect vuur op Russische vloot.
2/3 Mei. Grootsche poging de haven te versperren. De Ja
panners denken, dat zij eindelijk succes hebben.
5 Mei. Het IIe Japansche leger landt in de Jentoa bocht.
De Russische vloot geeft geschut en personeel aan
het landfront.
25 Mei. Russische kanonneer- en torpedobooten loopen uit
naar de Ta-iien-wan bocht en nemen deel aan het
26 Mei. gevecht om de Kintsjou-stelling.
23 Juni. De Russische vloot loopt uit en keert weer terug.
Vanaf 14Juli doen de Japanners geen torpedoaanvallen meer,
maar strooien geregeld mijnen voor de buitenreede.
30 Juli. Begin van het eigenlijke beleg.
7 Aug. De Russische vloot krijgt bevel van den Keizer, om
uit te loopen.
9 Aug. Japanners veroveren de Takoeshan hoogte.
10 Aug. De Russische vloot loopt uit en levert een belang
rijk gevecht; slechts enkele schepen breken door.
De hoofdmacht keert weer te Port-Arthur terug.
19 en volgende dagen:
Groote stormaanval op het landfront.
25 Aug. „Nischin" en „Kasoega" probeeren de kuslbatte-
rijen 21 en 22 tot zwijgen te brengen.
Nogi bi sluit tot het stelselmatig beleg.
19 Sept. 2e stormaanval.
Vanaf 28 Sept:
Strooivuur der belegeringsartillerie op de Russische
vloot.
14 Oct. Het Baltische eskader vaart af.
30 3e stormaanval.
26 Nov. 4e stormaanval.
748
