Dr strijd om kustversterkingen in de Aug. 1914]. sche meening bracht de Russische marine hen in het geheel geene verliezen toe. Het vuur van de kustartillerie werd langzamerhand beter en viel ten slotte zoo goed, dat Admiraal Togo de beweging van de len en 2en Divisie, niet door de 3e Divisie liet volgen, doch deze laatste tijdig uit het gevecht terugtrok (zie Schets C). Intusschen had de Russische vloot de ankers gelicht en stoomde de Japanners tegemoet, maar aangezien zij bevel had binnen het bereik der kustbatterijen te blijven, liep de beweging op niets uit. Het heele gevecht duurde 40 minuten en had feitelijk weinig te beteekenen. De kustbatterijen hadden 1 gesneuvelde en 6 gewonden. De vloot verloor in nacht- en daggevecht samen 150 dooden en gewonden. De Japansche vloot had 90 man verliezen Hoewel veischeidene Japansche schepen door zware projectielen getroffen waren, werd, volgens de Japanners, geen enkel ernstig beschadigd en ook de Russische schepen ondervonden van het Japansche ge schutvuur weinig belangrijk nadeel. Een tweede gevecht tusschen kust en vloot, had op den 25en Februari plaats. Daarbij stelden zich de Japanners nog veel minder aan het vuur bloot dan zij den ben Februari deden. Waarschijnlijk hadden zij opzettelijk laag getij gekozen in de hoop slechts enkele schepen op de reede aan te treffen, terwijl de binnenliggende schepen niet naar buiten zouden kunnen komen. In die verwachting werden zij niet teleurgesteld. De le en 2e Divisie (6 slagschepen en 6 pantserkruisers) naderden om 10 v. m. uit de richting van' de Loen-wan-tang bocht, manoeuvreerden eenigen tijd en openden om 11.30 n. m. van de plaats op schets C aangegeven, op afstanden van ongeveer 6300 M, het vuur op drie buiten liggende kruisers, n.l. Askold, Novik, Bajan; maar ook op de haven. De strook, die de Japanners voor het afgeven van hun vuur kozen, lag buiten den werkzamen schootsafstand van de Westelijke batterijen en buiten de gunstige schootsrichting der Oostelijke batte rijen. Kruisers en kustbatterijen antwoordden, doch hun vuur, dat op afstanden van 7500—13500. M. afgegeven werd, was weinig werkzaam, hoewel op het laatst de schoten van de kustartillerie heel dichtbij begonnen te vallen. Na ongeveer een uur lang gevuurd te hebben, trok zich de Japansche vloot geheel zonder verliezen terug. Te land verloren de Russen 22 gesneuvelden en 41 gewonden; op de schepen 21 750

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 32