dooden en gewonden. Op de Askold waren 2 stukken door 30 c. M. projectielen onklaar geworden, Bajan's schoorsteen werd doorschoten, terwijl Novik slechts zeer weinig beschadigd werd. De Russen voelden de zwakte van den Linkervleugel van hun kustfront en brachten spoedig verbeteringen aan, zoodat zij later met meer kracht in Oostelijke richting zouden kunnen optreden. Bij het derde bombardement, op den 10en Maart, stelden de Japanners zich in het geheel niet aan vuur van de kust bloot. Zie voor hunne opstelling schets C. Van 1011 v.m. vuurden 3 slagschepen en van 11 1 drie andere slagschepen over het Liao tieh sjan gebergte op de haven. De Russische kustartillerie poogde te antwoorden, maar kon niet. Echter hadden de Japanners weinig succes, hoewel hun vuur goed geleid werd. De meeste schoten vielen in de invaartgeul en op de binnen- reede, waar de heele Russische vloot vereenigd was. De Commandant van de „Bobr", die bij het uiteinde van het Tijger- Schiereiland lag, meldt, dat 17 projectielen binnen 100 M. van zijn schip vielen; enkele schoten vielen op slechts enkele meters van het schip in het water. Op de vloot werden 5 man gedood en 19 gewond; de belangrijkste beschadiging aan de schepen toegebracht, was de vernieling van de caisson voor de reparatie van de Retwisan. Admiraal Makarow liet dadelijk maatregelen nemen, om een vol genden keer het vuur der Japanners te kunnen beantwoorden. Daartoe werden waarnemingsposten opgericht, zoodat de schepen in de haven op dezelfde wijze als de Japanners zouden kunnen vuren, terwijl op den Liao tieh sjan een 15 c. M. batterij geplaatst werd. Bovendien werden op de plaats, die de Japanners voor hun vuur gekozen hadden, mijnen gelegd. Het vierde bombardement had op dergelijke wijze plaats als het derde en werd door twee slagschepen uitgevoerd. Doordat de Japanners eene andere opstelling kozen als den vorigen keer, bereikten de mijnen hun doel niet. Twee Russische slagschepen vuurden uit de haven op afstanden van 15 K. M. en hoewel zij (evenals de Ja panners) weinig materieel succes hadden, vielen de schoten toch heel dicht bij. Volgens Polmann brak admiraal Togo, tengevolge van het vuur der Russen, de beschieting reeds spoedig af. 751 MODERNE KRIJGSGESCHIEDENIS. [Aug. 1914. I. M. T. 1914. 50.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 33