Een zeer voornaam aandeel in de bestrijding der nachtelijke onder nemingen hadden de zoeklichten, niet alleen doordat zij bijtijds den vijand ontdekten en daarna de artillerie in staat stelden te richten, maar vooral doordat zij met hun verblindend licht den vijand het navigeeren bijna onmogelijk maakten. Meer dan wellicht ooit te voren in de krijgsgeschiedenis werd voor Port-Arthur, maar ook overal op de kusten van het Kwantung- schiereiland, gebruik gemaakt van onderzeesche en van drijvende mijnen. Beide partijen wisten er successen mede te behalen, doch ook kwamen meermalen ongelukken door eigen mijnen voor. Een nuchtere beschouwing van de gebeurtenissen voor Port-Arthur, geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen: 1. Nimmer waagden de Japanners eenen aanval op het kustfront. Dit klopt ook geheel met hetgeen Naval Annual 1905 meldt, n. 1. „Admiraal Togo had van de Regeering uitdrukkelijk bevel ontvangen „zijne slagschepen niet noodeloos aan gevaar bloot te stellen, want „zij konden gedurende den oorlog niet „vervangen worden". Naar aanleiding van de operaties in de maand Februari merkt Official History op: „Het bleek, dat de sterkte van het kustfront „van Port-Arthur voldoende was, om elk bombardement op korten „afstand voor de Japansche pantserschepen, die niet vervangen kon- „den worden, hoogst gevaarlijk te doen zijn". Meermalen hadden de Japanners gelegenheid van een aanvankelijk succes op de Russische vloot gebruik te maken, maar zooals Official History bij de bespreking van een dier gevallen zegt: „de slagschepen durfden niet tot binnen het bereik van de kustbatterijen te naderen". Gaat men nog eens op bijlage 1 na, hoe die kustbatterijen bewa pend waren, dan zal men zien, dat de zware artillerie slechts 5 moderne kanonneh telde, n. 1. van 25 c. M. L/45 (van 1896) en geplaatst in batterij 15. De andere vuurmonden van 23 en 28 c.M. waren kort en oud. Niet alleen verklaart Official History, dat de kustartillerie den vijand op afstand hield, het gaat nog verder, door te zeggen: „het vuur van de kustbatterijen was voldoende krachtig, om de „Japansche vloot op meer dan 13 K. M. afstand te houden- bijna geheel door middel van de vijf 25 c.M. kanonnen in batterij 15 Cursiveering van ons. 753 MODERNE KRIJGSGESCHIEDENIS. [Aug. 1914.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 35