MODERNE KRIJGSGESCHIEDENIS. [Aug. 1914. Het treft ons dan, dat schrijvers gevolgtrekking betreffende het landfront van Port-Arthur niet meer inhoudt dan „Nogmaals is bewezen, dat een groote oorlogshaven een landfront „niet kan ontberen". Deze, schrijvers conclusie voor dit bijzondere geval, versterkt ons in de meening, dat hij veel te ver gaat in zijn streven naar ontwikkeling der kustversterkingskunst en kustartillerie. Evenals in zijne overige werken, legt hij der kustverdediging eenen maaststaf aan, die veel grooter is, dan uit de krijgsgeschiedenis afgeleid kan worden en het vermoeden wekt, dat hij zich bijna uitsluitend op technische beschouwing van kalibers en pantserdikten baseert. 2. Betreffende de gewenschte soort vuurmonden voor een kust- front, redeneert Stavenhagen, naar aanleiding van den strijd om Port-Arthur, als volgt: „Er waren totaal 117 vuurmonden, en wel „75 lange- en 42 voor krombaanvuur 64 vlakbaan en 36 7, krom- „baangeschut. In de bewapening vallen dit hooge procent krombaan- „geschut en het groot aantal vuurmonden van middelbaar kaliber op". De conclusie luidt: „In de toekomst moet het grootste deel van „de bewapening bestaan uit zwaar krombaangeschut en uit kanon nen van middelbaar kaliber." Toetsen wij deze uitspraak aan de bijzonderheden van het artil lerieduel van den 9en Februari. Aan het gevecht werd deelgenomen door: (zie von Schwartz, en ook Stavenhagen heeft deze bron benut). batterij 15 5 X 25 c M. L/45. 13 6 X 28 c M. Mr. 9 5 X 15 cM. L 45. 7 4 X 28 c M. Mr. 17 8 X 23 c M. Hw. 18 4 X 15 cM. K. A. 5 4 X 23 c M. Hw. 4 4 X 23 c M. Mr. 11 4 X 15 cM. K. A. Wij lezen verder, dat de kleinste afstand, waarop de kustbatterijen vuurden, 7000 M. bedroeg (de grootste 10 K. M.) en dat zij 151 projectielen verschoten. Dit volgens schrijvers opgave. 755 n n V n n

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 37