Aug. 1914]. Volgens opgave van Stavenhagen bedraagt de grootste dracht van de 28 c. M. Mr. 8,5 K. M. en die van de 23 c. M. Mr. 6,5 K. M., ter wijl de kanonnen van 15 c. M. K. A. en de 23 c. M. Hw. in het geheel (überhaupt) niet meer beantwoordden aan modern kustgeschut te stellen eischen. Nemen wij echter al aan, dat zij toch voldoende elevatie gaven, om de Japansche schepen te bereiken, dan kan hun vuur nog niet veel tot het succes van den dag hebben bijgedragen, aangezien volgens Stavenhagen niet één der kustvuurmonden van een kijkeropzet voorzien was, zoodat op groote afstanden een nauw keurig richten „ausgeschlossen" was. Bedenkt men daarbij, dat de projectielen uit het krombaangeschut, vooral op die groote afstanden een belangrijken vlucht tijd behoeven en dat bovendien de doelen in beweging waren, dan moet aan den ernst eens schrijvers getwijfeld worden, waar hij de batterijen 11, 4, 5, 18, 17, 7 en 13, alle met oud krombaangeschut bewapend, (gezwegen nog van de batterijen, die in het geheel niet vuurden) Iaat mede tellen in beschouwingen betreffende de verhouding tus- schen vlakbaan en krombaangeschut. Feitelijk zijn het niet anders dan 5 vuurmonden van 25 c. M. L 45 (jaar 1896) en 5 van 15 c.M. L45 (jaar 1901), die de kustartillerie op den 9en Februari tegen de Japanners vertegenwoordigden en dit komt ook overeen met de meening van Official History, hiervoor reeds gemeld, dat het bijna alleen de vijf 25 c. M. kanonnen waren, die de Japanners op afstand hielden. 3. Was de druk, dien de aanvaller op het kustfront vermocht uit te oefenen, al zeer gering, des te grooter was die op het landfront. Reeds veel werd over de verdediging te land geschreven en wij kunnen hier volstaan met in herinnering te brengen, dat aan de zijde van den verdediger, niettegenstaande den treurigen toestand der doode weermiddelen, de strijd met wonderbaarlijke hardnekkig heid gevoerd werd, zoodat gedurende langen tijd een groote over macht van den aanvaller gebonden werd. Dit resultaat is in de voornaamste plaats te danken aan den buitengewoon goeden geest der bezetting. 756 De strijd OM KUSTVERSTERKINGEN iN DË

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 38