[Aug. 1914. de geesten der beide partijen en het is vooral, wat de moreele factoren betreft, dat de ervaring in vorige oorlogen opgedaan ons van nut kan zijn. Hoewel ook de geschiedenis van den Amerikaanschen burger oorlog 1861—65 en van den Krimoorlog 1854, wat betreft den strijd om kustversterkingen, buitengewoon interessant is, meenen wij niet zoover te mogen teruggaan, omdat sedert dien tijd de strijdmiddelen zoo te water als te land te zeer veranderd zijn. Eerst in den Chin. Jap. oorlog 1894 waren zee-en landmacht van zoodanig ma terieel voorzien, dat uit den om Wei-hai-Wei gevoerden strijd be langrijke lessen voor onze toekomst geput kunnen worden, Sedert werden ook om Santiago de Cuba 1898 in den Spaansch-Amer. oorlog en om Port Arthur in den Russ-Jap. oorlog belangrijke ge vechten geleverd. Wij stellen ons daarom voor genoemde drie gebeurtenissen nader in bijzonderheden te bestudeeren. Wei-hoi-iDei. (Scfiets). Na den len Augustus 1894 in Korea geland te zijn, versloeg het le Japansche leger onder maarschalk Jamagata, de Chineezen bij Pingjang (15 en 16 September 1894), forceerde den Jaloe-overgang (25 October 1894) en drong den vijand, na gevechten bij den Motiënlingpas en Fenghuantscheng, tot voorbij Haitscheng terug*). De Japansche vloot onder admiraal Ito, bracht in den zeeslag bij de Jaloe de Chineesche marine ernstige verliezen toe, zoodat deze laatste genoodzaakt was het gevechtsveld te verlaten en in Port Arthur een toevlucht zocht (17 September 1894). Het 2e Japansche leger onder maarschalk Oyama landde op de Oostkust van het Liaotoeng Schiereiland (24 October 1894) en maakte zich meester van Port Arthur (21 November 1894). Behalve Port Arthur had China ook de haven van Wei-hai-wei tot basis voor de marine ingericht, zoodat de Chineesche vloot, zich in Port Arthur bedreigd voelende, bijtijds Wei-hai-wei wist te bereiken en zich in deze uitmuntende haven opborg. Namen, die in den Russisch-Japanschen oorlog zooveel gebruikt wer den, dat bijvoeging van een kaart van dit gedeelte van het opera- tietooneel niet noodig is. 721 MODERNE KRIJGSGESCHIEDENIS.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 3