Aug. 1914]. De Barisankorpsen op Madoera in verband met plaatst wordende naar Bangkalan, niet één officier kon vinden, die mij ook maar eenigszins kon inlichten omtrent den mij wachtenden werkkring, omtrent den dienst bij de Barisans c. a. Ik hoop niet verkeerd begrepen te worden, wanneer ik hier als mijne meening neerschrijf, dat ik niet kan meegaan met het in de door de Defensiecommissie ingediend Rapport vermelde omtrent de korpsen Barisan van Madoera, daarin vergeleken met primitieve volks wapening. Door deze qualificatie rijst onwillekeurig voor oogen een beeld van afdeelingen samengeloopen landbewoners, zonder of niet dan in zeer primitief uniform gestoken, staande onder eigen gekozen, daarvoor zich min of meer eigenende aanvoerders en bewapend met eigen of althans zeer van elkaar afwijkende of eenige modellen verouderde vuurwapens. Ik vermoed dat men toen nog een visioen voor oogen had van de Barisans, die in 1894 naar Lombok trokken en die allen aan een over den rechterschouder naar de linkerzijde afloopenden band vanlampenkatoen een kris droegen!! Laat ik hier dadelijk op den voorgrondstellen, dat zulks 20 jaar geleden misschien nog getolereerd moest worden, maar thans vormen de korpsen Barisan niet anders dan een troep op dezelfde wijze gekleed, bewapend, geëquipeerd en geoefend als een bataljon Infie van het Leger. Waren bij mijn aankomst bij het korps te Bangkalan de Barisans nog niet in 't bezit van schoenen, slobkousen of puttees, veldzakken, eetblikken of kookpannetjes en werd in stede van de aluminium veldflesch nog de vieze met oud kapotjassen goed overtrokken blikken veldflesch voor dwangarbeiders gedragen, sedert 1910 is dat allemaal geleidelijk veranderd en is, zooals ik reeds vermeldde, de wapening, kleeding, uitrusting en oefening conform die bij de Infanterie van het Leger. Nu iets over de militaire waarde der Barisans. Over 't algemeen wordt die niet hoog aangeslagen; ook ik had daaromtrent in 't begin geen hoog denkbeeld, vermoedelijk als gevolg van de omstan digheid, dat ik geen juisten maatstaf van beoordeeling aanlegde, waar ik na ongeveer 1 jaar verblijf op Celebes daarna W2 jaar te Tjimahi diende bij de door hare 3 jarige actie op genoemd eiland bekend geworden Amboineesche marechausseecompagnie van het 4e Bat. Inf. 772 EENE TOEKOMSTIGE INLANDSCHE MILITIE ALS LEGERRESERVE.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 54