Patrouillezorgen.
[Aug. 1914.
verhelpen en nogmaals-, ze verdienen het wel, nog daargelaten
dat het de marschvaardigheid ten goede komt.
Zoolang de officier zijne brigades niet kent, is het zaak alvorens
uit te rukken eene inspectie over de mede te nemen goederen te
houden en de menschen nadrukkelijk mee te deelen deze zelfde goe
deren mee te nemen.
Ook kan een half uurtje theorie over de verplichtingen geen kwaad,
o.a. om er op te wijzen, dat de marsch niet gestaakt kan worden
om een groote of kleine behoefte te doen, dat zuinig met den inhoud
der veldflesch moet worden omgesprongen, dat 's morgens altijd
gegeten moet worden en wat eten moet worden bewaard om tijdens
de rust+11 uur v. m. te gebruiken enz.
Nu de troepen op Java tegenwoordig zoo druk den oorlog tegen
den B. V. beoefenen, schiet de oefening tegen den 1. V. er wel
eens wat bij in.
Een kleine proefmarsch met de brigade geeft gelegenheid marsch-
vorm en verplichtingen practisch nog eens te behandelen en geeft
den C4. tevens gelegenheid zijne menschen eenigszins te leeren
kennen.
De beste indeeiing van de brigade is als volgt. Behalve de brig.
C4. heeft men 2 stuks kader. Men maakt drie groepen van 6 geweren.
Een groep wordt spits, een groep volgt onmiddellijk achter de spits,
daarna de trein en ten slotte de laatste groep als dekking trein.
Op deze wijze kan men altijd over 2/3 der brigade beschikken,
terwijl de trein nog voldoende dekking heeft. Dagelijks wisselen
deze groepen om. De spits marcheert als beveiliging vooraan,
daarachter de brig- O. met den luit4, en de 2e groep enz.
Alles opgesloten dus en geen afstanden.
Tijdens de halten, die men zoo mogelijk om het uur op scha
duwrijke plekjes houdt, beveiligt de spits vóór, de treindekking
achter.
Menschen, die vergunning kregen het gelid te verlaten, geven hun
geweer aan een kameraad in bewaring, en blijven dicht bij de
brigade.
Tegen 2 a 3 u. n.m. kiest men een bivakplaats aan een kali.
De geweren worden verzameld en bewaakt, de veldzak enz. afge
hangen en men kapt vlak bij die plaats het benoodigde hout
voor het oprichten der tenten en het koken.
781