11 Korte (hededeelingen. De opleiding bij den fopographiseben dienst in Oostenrijb-Rongarije i). Tot voor korten tijd ontvingen in Oostenrijk-Hongarije de officieren, die bij den topographischen dienst wilden overgaan, gedurende de wintermaanden theoretisch onderricht en werden in de zomerpe riode gedurende twee a drie maanden practisch te werk gesteld, in het geheel een voorbereiding van negen maanden. 2) Men is echter tot de conclusie gekomen, dat deze opleidingsme thode niet langer bestendigd kon blijven; vooral met het oog op de beduidend hoogere eischen, die tegenwoordig aan eene moderne opneming gesteld moeten worden, bleek de tijd tekort te zijn. Het aantal officieren, dat met goed gevolg de proef aflegde, werd van jaar tot jaar geringer en van hen, die wel voldeden, viel in de prak tijk al heel spoedig een groot percentage af. Het gevolg van een en ander was, dat een beduidend incompleet ontstond; moeten er normaal bij de brigades (Mappierungsabteilungen) 3) 40 onder geschikte officieren zijn, in 1908, 1909,"l910, 1911 en 1912 was de sterkte resp. 32, 27, 29, 29 en 19. Aan de voorwaarden kan zulks nietalthans niet geheel—liggen, diè zijn niet ongunstig. De toelagen hangen af van het gepresteerde werk; elk jaar bij den dienst doorgebracht wordt voor de vast stelling van het pensioen op zestien maanden berekend en dan wat voor een rechtgeaard Oostenrijker zeer zeker medetelt, al het personeel houdt gedurende de wintermaanden verblijf te Weenen. 1) Ontleend aan „Altes und Neues von der Landesaufnahme von Karl Korzer k. u. k Oberst des Generalstabskorps, Leiter der Mappierungs- gruppe des Militargeographischen Institutes, aan de officieele rm dedeelingen van dat instituut en de Instruction für die militarische Landesaufnahme. 2) Om ais leerling te worden toegelaten, moeten de officieren minstens twee jaar troependienst hebben, gezond en krachtig van gestel zijn en met goed gevolg een examen afleggen in t rreinleer, teneinvoorstelling, terrein opneming, wiskunde en instrumentenleer. Zij verbinden zich schriftelijk voor d-n tijd van drie jaar. 3) Het aantal „Mappierungsabteilungen" bedraagt 5; elke afdeeling is sterk een majoor of oud-kapitein chef, 8 officieren-opnemer (luitenants en kapiteins die geschikt zijn voor chef), een onderofficier-schrijver en de noodige ordonnansen en militaire handlangers. 796

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 78