Korte Mededeelingen.
Aug. 1914.]
drie maanden op 125.000, geheel volgens de bestaande voor
schriften.
3. De oefening in het herzien van kaarten, die twee a drie weken
duurt en dient om de leerlingen vertrouwd te maken met het
oude kaartenmateriaal.
In 1912 werd door elk der 22 leerlingen bewerkt:
op 110.000 9 K. M.2
op 1:25.000 12
en herzien 25
Aan den leider van den cursus waren twee kapiteins-opnemer
toegevoegd.
Gedurende den praktischen wintercursus wordt onderricht gegeven
in de werkzaamheden van het wintertableau van het instituut.
De veldarbeid van den afgeloopen zomer wordt volgens de voor
schriften uitgewerkt; het theoretisch onderricht wordt voortgezet.
De leerlingen worden geoefend in het maken van hoogtelijnenkaarten
en vertrouwd gemaakt met de eigen en buitenlandsche kartographie,
zoomede de photographische methoden van meten.
Zoo gaan de officieren-opnemer de praktijk in. De studie is
echter nog niet afgeloopen.
„Dem Studium der auf die Mappierung bezugnehmenden Wissen
schaften, den neueren Forschungen auf diesen Gebieten, soil der
Mappierungs-Abteilungsleiter seine volle Aufmerksamkeit zuwen-
den und auch die ihm unterstehenden Mappeure zur steten Erwei-
terung ihrer Kenntnisse aneifern"
Juli 1914. J- van Roon.
Kapitein van den Topographischen Dienst.
De meening uan Admiraal sir Percy Scott ouer onderzeeërs
Reeds maakten de dagbladen melding van een schrijven van admi
raal Percy Scott, voorkomende in de „Times" en handelende over
de waarde van dreadnoughts en onderzeeërs in den zeeoorlog.
De „Army and Navy Gazette" van 13 Juni j. 1. geeft in korte trek
ken de hoofdzaken van dit schrijven weer. We lezen daarin:
„De invoering van de onderzeeërs heeft schepen, welke zich op
,,'t water bevinden, nutteloos gemaakt.
„Daar geen oorlogsschip het zal wagen, om in de nabijheid van
„een kust te komen, die afdoende door onderzeeërs beschermd wordt,
„kunnen oorlogsschepen niet langer:
798
1) Instruction für die militarische Landesaufnahme. I Dienstlicher Theil.
Punt 15.