De strijd om ftustüersterbingen in
de moderne krijgsgeschiedenis.
Het kan niet ontkend worden, dat tot voor kort de kustverster-
kingen in het verdedigingsstelsel van Ned.-lndië een zeer bescheiden
plaats innamen. Te verwonderen is het dan ook niet, dat zaken,
de kustverdediging betreffende, weinig in de Indische militaire li
teratuur besproken werden. Sedert het verschijnen echter van het
Rapport van de Staatscommissie voor de verdediging van Ned.
Indië, zal hoogstwaarschijnlijk in dezen toestand verandering komen.
In welken zin ook het vraagstuk van onze landsverdediging zal
opgelost worden, zonder twijfel zal aan kustversterkingen een be
langrijker plaats ingeruimd moeten worden, dan tot nu toe het
geval was.
Bijna alle schrijvers zijn het er vrijwel over eens, dat er eene
sterke vloot moet komen. Deze vloot moet eene operatiebasis heb
ben. De basis moet met zorg versterkt worden. Het leger zal voor
een belangrijk deel tot taak krijgen de oorlogshaven te verdedigen.
Het kan niet anders, dan dat hierdoor^ de belangstelling voor
vraagstukken betreffende de kustverdediging gewekt werd. Moge
daarom ondervolgende studie over de versterking van de vlootbasis,
bij de lezers van het I. M. T. een gunstig onthaal vinden.
Iedere vloot, groot of klein, lijdt na eenigen tijd varen en vechten
verliezen en krijgt behoefte aan aanvulling van levensmiddelen, kolen,
munitie, personeel, enz. Is zij in gevecht geweest, dan is als regel
reparatie noodig. Dit alles kan niet in open zee gebeuren, maar
moet plaats hebben in eene daarvoor ingerichte haven. Hoe ge-
wenscht het ook is, dat de vloot los zij van welke plaats dan ook,
zij is genoodzaakt zich te laven aan de bron, die haar versche levens
kracht toevoert. Die bron is de operatiebasis, ook genoemd oor
logshaven of steunpunt.
Eene goede basis moet aan drie eischen voldoen. Zij moet:
le. strategisch goed gelegen zijn,
2e. voldoende levensbehoeften voor de vloot opleveren,
en 3e. moet zij sterk zijn.
719
I. M. T. 1914 48.