Uan vreemde Legers, België. fUunitieuitrusfing do or mitrailleurs. De hoeveelheid patronen voor elke mitrailleurcompagnie is be paald op 90.000. Het aantal, dat voor dadelijk gebruik bij de mitrailleurs aanwe zig is, bedraagt sedert de invoering der hondenbespanning 24000. (minder dan vroeger). De overige munitie, n.l. 66000 stuks, wordt meegevoerd bij de munitiecolonnes der divisie. Zoo noodig kunnen enkele voertuigen van de munitiecolonne reeds in de marschcoionne bij de mitrailleurcompagnie worden in gedeeld. Mil. Wochenbl. 1914 No. 76. Engeland. flanbouir Dan onderzeebooten. Volgens de „Nav. a. Mil. ree." heeft de Engelsche admiraliteit plan twee soorten onderzeebooten te ontwikkelen, waavan de eene soort met middelmatige waterverplaatsing en beperkte actieradius bestemd zal zijn voor de verdediging van de kusten, terwijl de 2e soort bestemd is om de eskaders te volgen. Deze laatste soort zal een bovenwateisnelheid van minstens 21 mijl moeten krijgen. Daarvoor zullen die booten dan een waterverplaatsing van 1500 ton krijgen. Marineblad 20 Juni '14. Frankrijk. Verminderde Keuringseisehen. Manschappen, behept met liesbreuken, worden om die reden niet meer afgekeurd voor den dienst. Zij worden eenvoudig ingelijfd, terwijl men hun de vrijheid laat zich door een operatie van hun gebrek te laten genezen. Een schrijver (D. Maurice) wil ook de hardhoorigen bij het leger inlijven onder het motief: „la défense „nationale nous oblige a faire feu de tout bois." Mil. Wochenbl. 1914 No. 72. 801

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 83