Ouerzicht Dan eenige Tijdschriiten,
Mavors 1913 No. 6.
Als aanvangsartikel valt te vermelden een studie van kap. J. W. K.
de Bas „Over oefeningen bij duisternis en ondernemingen bij nacht".
In de „Ontwerp-regeling der opleiding van de manschappen en
van den troep" van 3 Januari 1913 No. 168 was voorgeschreven,
dat in elk tijdperk veelvuldig oefeningen bij duisternis en bij nacht
moesten plaats hebben. In de le periode, na de eerste maand, was
voorgeschreven één zoo'n oefening per week minstens. Deze be
paling is in Dec. 1913 veranderd in 4 keer per maand. Op die wijze
zullen dus ook eenige nachtelijke oefeningen achter elkaar kunnen
worden gehouden.
Kap. de Bas haalt een aantal voorbeelden van het optreden bij
nacht uit de krijgsgeschiedenis aan, o a. ook uit den laatsten Ba.-
kanoorlog. Naar we meenen, stond deze oorlog niet bepaald in het
teeken van de nachtelijke ondernemingen.
S. geeft ook nog een aanmarschvorm en een aanvalsvorm voor
een Bataljon infie. 't Lijkt ons moeilijk, om daarvoor bepaalde vor
men te geven. Terrein, wegennet, doel van den marsch, of den aan
val, zijn evenzoovele factoren, die hier hun invloed zullen doen gel
den. Wat irouwens door S. ook al wordt opgemerkt.
Echter komt S. in zijn motiveering van dien marsch- en aanvalsvorm
tot de conclusie, dat een eenigszins groote afdeeling 5 groepen in de
diepte noodig heeft om aan alle gevallen, die zich kunnen voordoen,
het hoofd te kunnen bieden. En zoo zien we dan in de voorste lijn
van een aanvallend Bataljon 2, zegge twee sectiën.
Daar schijnt ons toch te veel te zijn opgeofferd aan het streven
om aan alle kansen het hoofd te willen bieden.
Jhr. E. von Bose bespreekt in zeer waardeerende bewoordingen
de „Brochure van den Generaal van Dam van Isselt". Bedoelde
brochure is getiteld; „De waarde en de beteekenis der Openlucht
spelen tegenover de Toestellenoefeningen der Gymnastiek".
De toestellenoefeningen, zoo meent de Generaal in zijn brochure,
zijn van Duitschen oorsprong en bij de invoering daarvan is geen
rekening gehouden met den Nederlandschen volksaard. Want, zoo
wordt dan gevraagd, hebben die oefeningen, dus dat turnen, dut
nu al eenige tientallen jaren geschiedt, tot resultaat gehad, dat het
Nederlandsche volk daarvoor geloof heeft gekregen in eigen kracht?
803