Sept. 1914.] De Opleiding en Oefening van het Veld-Escadron. en zegt: elk paard, dat rustig voor een peloton loopt met trens, stang en sabel is afgericht. Ik zou nog heel wat over dit onderwerp kunnen praten, doch dit achterwege latende, kom ik tot de slotsom, dat door den eisch van het steeds in de controle hebben van twee afgerichte paarden in verband met het feit, dat de meerdaagsche oefeningen reeds aanvangen in April, de cavalerieofficier nooit op een afgericht paard zit en dit met den besten wil ook niet bereiken kan. Ik kom daarom met een voorstel. De remonte commissie koopt jaarlijks in Australië aan een ze ker aantal paarden van 70, als deze paarden bij het Depot komen, wordt er extra veel zorg aan hun africhting besteed; zijn zij afgericht, dan blijven zij bij het Depot en worden daar verder klaargemaakt totdat zij in alle opzichten als volwaardige officiersdienstpaarden beschouwd kunnen worden. Van af dat oogenblik mogen zij aange vraagd worden-door een officier van het Wapen; deze paarden wor den uitsluitend in dienst gebruikt: in de maand dat de Cavalerie vereenigd onder den Wapenchef werkt, worden twee dagen benut tot het houden van een Military, bestaande uit: a Concours bestgaande rijpaard; b Cross Country; alle cavalerieofficieren nemen hieraan deel en als prijzen worden uitgeloofd drie medailles. Bovengenoemde paarden worden beschouwd als de eigenlijke dienstpaarden; het is echter van belang, dat de cavalerieofficier meer dan^één paard rijdt en zich oefent in het africhten van paarden,'daarvoor is een tweede paard noodig. Dit tweede paard koopt de cavalerieofficier buiten den troep en kan er desgewenscht een voorschot van 6C0 gld. voor krijgen; hij mag het paard niet verkoopen, zoolang het nog niet af betaald is. In geval van mobilisatie kan beoordeeld worden, of het paard mee te velde kan gaan als tweede dienstpaard, is dit niet het geval, dan wordt een tweede dienstpaard uit den troep ontvangen. Dit is in het kort het voorstel. Doordat van 1 November tot 1 Juli het Escadron „binnen" blijft, dus gedurende 8 maanden, is een ieder in staat met een paard dat in dressuur, c.q. correctiedressuur is, iets tot stand te brengen, zonder dat de verzuchting behoeft geslaakt te worden: „Het geeft toch niets, nauwlijks ben je bezig en voelt eenig resultaat, of je moet er toch weer mee uitscheiden". Voor hen die het noodig hebben zouden of- ficierslessen 8 maanden kunnen duren en het werk daardoor dank baarder worden voor leerlingen en instructeurs. 820

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 10