Proeue eener inrichting uan een Per manente Stelling in Dndië. fl. Beginselen. 1. Algemeene. I. Ook in den vestingoorlog vormt de Infanterie het hoofdwapen. Mocht voordien nog het denkbeeld verbreid zijn, dat in den vestingoorlog de artillerie het hoofdwapen vormt, de strijd om Port-Arthur heeft voorgoed aan die meening een eind gemaakt. Immers in dit beleg is duidelijk aan het licht getreden, dat de strijd van nabij verreweg de voornaamste en langdurigste periode vormt uit den vestingoorlog. Hieruit volgt logisch, dat de infanterie —het strijdelement bij uitnemendheid voor het voeren van het gevecht van nabij— het hoofdwapen vormt. Bij de keuze van de stelling moeten dan ook de infanterieeischen voor een gunstige verdediging het zwaarste wegen. II. In grond en wezen is de tactiek van den vestingkrijg dezelfde als die van den veldoorlog. Door het gebruik van meer weerstandbiedende z. g. permanente materialen voor onderkomens en kazematten, het bezigen van grach ten als hindernis, de veelvuldiger toepassing van flankeerinrichtingen, het onderbrengen van een gedeelte van het geschut in koepels enz. door den verdediger, biedt de gewelddadige aanval van den veld oorlog weinig kans van slagen. De aanvaller wordt genoopt eerst de flankeerinrichtingen en bomvrije onderkomens grootendeels te vernielen, alvorens hij tot den storm kan overgaan; om tot de stormstelling te geraken, moet hij meestal met de sappe voorwaarts gaan. Het geheel krijgt daardoor wel is waar een meer gerekt karakter, de tactische beginselen echter, waar naar gehandeld wordt, blijven dezelfde. Het gebruik van belegeringsgeschut kan niet meer als een bijzon- 822

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 12