Proeve eener Inrichting van een [Sept. 1914. het front der stelling aanloopen en waarvan de bodem niet of niet behoorlijk door de flankinrichtingen der eerste linie kunnen worden bestreken, kan een element der tweede linie in het verlengde van zulk een ravijn worden aangelegd. Ook elementen der eerste linie kunnen, zooals van zelf spreekt, voor een dergelijke ligging in aan merking komen. Meermalen dwingt de terreinformatie tot het aanleggen van voor de stelling gelegen loopgraven, bijv. tot bestrijking van doode hoeken. Het verdient dan aanbeveling in dergelijke loopgraven tot dekking der bezetting en der mitrailleurs schuilplaatsen van rails en platen gewapend beton te bouwen, die, hoewel een beperkt weerstandsvermogen bezittende, toch gedurende eenigen tijd een beschieting zelfs van de zware artillerie van het veldleger kunnen weerstaan. In het algemeen kunnen dergelijke loopgraven waar noodig ook in de stelling worden aangebracht, bijv. op zwakke plaatsen der stelling. De bezettingen van de loopgraven worden geleverd door de vakreserves. Ook bij de loopgraven staat het beginsel van stormvrijheid op den voorgrond en dient een ruim gebruik van ijzerdraadversperringen te worden gemaakt. G. De Ueruerdediging. I. De organen tot het voeren van de ververdediging zijn: de algemeene reserve, de artillerie en de vliegtuigen. Het woord „ver" moet opgevat worden nut betrekking tot den afstand van af het verdedigingsfront. De ververdediging omvat: le de strijd om eventueel ingenomen vóórstellingen en die om het vóórterrein. 2e de beschieting van doelen op groote afstanden. 3e. de geschutstrijd. Ad 1. De algemeene reserve en c.q. de vakreserve- bij een sterk front bestaan m.i. geen bezwaren ook de vakreserve buiten de stel- De blokken gewapend beton sluiten door middel van nokken en geleirichels in elkander. 839

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 29