Sept. 1914.] Permanente Stelling in Indië. de militie, het leger in staat het open veld te houden en zich aldus de volle bewegingsvrijheid te verzekeren, ten einde eventueel tegen het tweede échelon van den vijand op te treden, dan wel tot de verdediging der permanente stellingen met de militie samen te werken. De kustartilleristen, torpedisten, en genietroepen behooren tot het leger (dus geen militieplichtigen). II. Elk mannelijk ingezetene van Nederlandsch Indië dient van zijn 21ste tot en met 41ste jaar dienstplichtig te zijn. Algemeene dienstplicht dus, zoowel voor Inlanders als voor Eu ropeanen, vreemde Oosterlingen; echter vervult, vóóral wat betreft de Inlanders, slechts een zeer klein aantal daadwerkelijk zijn dienst plicht; de overigen betalen een tveerbelasting. Dit vereischt van de Inlanders de invoering van een beperkten burgerlijken stand. Wat de Europeanen betreft, in verband met hun gering aantal en de noodzakelijkheid de functies, die eenig intellect vereischen, door meer ontwikkelden te doen bekleeden, zullen zij voor het grootste gedeelte hun dienstplicht moeten vervullen, zooal niet bij de vesting-militie, dan toch bij de veld-militie. Op plaatsen waar geen permanente stellingen zich bevinden, maar waar deelen van het staande leger in garnizoen liggen, (bijv. Malang, Djokja, Solo, Magelang, Gombong, Tjilatjap, Medan, enz.) zouden mitrailleur-veldcompagnieën uit Europeesche en Inland- sche militieplichtigen gevormd kunnen worden, die zonder nog over de dieren te beschikken, zich toch met het materieel zouden kunnen oefenen en in oorlogstijd een welkome aanvulling van het veldleger zouden kunnen vormen. Mitrailleurs kan men bij een leger niet ge noeg hebben, zij het enkel als directe versterking der infanterie- vuurkracht (dus zuivere infanteriemitraiileurs); de legermitrailleur- compagnieën zouden alsdan-kunnen optreden als snel verplaatsbare vuurreserve. (1) Deze maatregel zou m.i. reeds dadelijk bij de aanwezige schutterijen kunnen worden ingevoerd, waardoor de gevechtswaarde van dergelijke korpsen aanzienlijk zou stijgen. 850

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 40