Concubinaat
huiselijk
L' histoire se répète toujours. En waar de geschiedenis, de algemee-
ne geschiedenis, die je op de cadettenschool behendiglijk onder de
rommelvakken rangschikte, regelmatig op tijdperken van puriteinschen
inkeer wijst, daar maakt het wel den indruk, alsof men in dezen
tijd weer doende is de zedelijkheid, in vormeiijker taal moraliteit
geheeten, als een dierbaren en zoet gekoesterden huisvriend binnen
te halen.
Doch of deze huisvriend, die, evenals vele huisvrienden de zoo
noodige bescheidenheid spoedig zal blijken te verliezen, ook een
graag en voortdurend geziene gast in ons leger moet blijven, is
een vraag, die door velen op vrij gegronde gegevens zal worden
betwijfeld. En onder die velen rangschikt zich ook schrijver dezes.
De bedoeling van l'ami moraliste is thans de felle en feitelijke
bestrijding van het concubinaat, een bestrijding, waarbij hij geheel
ten onrechte bovendien de zakelijkheid te zeer ondergeschikt maakt
aan de christelijkheid. En waar deze beide grootheden in 's werelds
doening herhaaldelijk krachtig en onaangenaam botsten, daar botsen
ze ook hier. En nu is het ongelukkige van 't geval, dat bij die
botsing Jan Fuselier en de zijnen het stöotblok zijn geworden, het
geen tenslotte natuurlijk nimmer de vooropgezette bedoeling van
partijen zal zijn geweest.
Lass jeder selig werden nach seiner Fagon het is de bedoeling
van schrijver dezes geenszins de ethische of godsdienstige zijde der
kwestie in een gansch neutraal periodiek te zeer te benaderen, maar
de practische helft van het vraagstuk verdient wel een nadere be
lichting, waar het hier beslist een legerbelang geldt en waar de of
ficieren in de practijk van hun werkkring zoo zoetjes aan wel eenigen
kijk op het eigenaardige instituut van het concubinaat hebben
gekregen.
Van ethisch standpunt beschouwd, is het concubinaat, het tijdelijk
samenleven, zonder de gebruikelijke opwachting bij den ambtenaar
van den burgerlijken stand te hebben gemaakt, natuurlijk immoreel,
854