Sept. 1914.] Uit de practijk. men voor een onderofficier het prevötschap op geweer en sabel hooger stelt dan het meesterschap op geweer. En er zullen waarschijnlijk, met schrijver dezes, vele voorstanders van de schermsport zijn, die deze voorkeur niet zullen onderschrijven. De tegenwoordige kader opleiding eischt dus alleen een meesterschap op één der wapens van den adjudant-onderofficier-instructeur, brengt in den troep géén andere meesters. En men stelt zich tevreden met onderofficieren, die prevöt zijn, zij 't ook op twee wapens. Deze beschouwing bedoelt werkelijk geen afbrekende critiek te zijn en daarom heeft schrijver gemeend hieronder een bescheiden poging te kunnen wagen in de richting van meer opbouwende critiekasterij. In de eerste plaats: waarom wordt aan de kaderscholen geen on derwijs in het schermen gegeven? Juist op deze inrichtingen zou men de beschikking kunnen krijgen over de uitgelezen schermonderwijzers en zoodoende meer eenheid en tevens meer systeem in de opleiding brengen. Men behoeft het schermen bij den troep niet loste laten, doch Iaat men voor ons kader de schermopleiding op de kaderscholen zoeken: de betere leermees ters zullen de betere resultaten bereiken en zoodoende zelf weer betere onderwijzers vormen. Want men heeft thans de zekerheid niet, dat ieder minder militair, die een brevet als prevot verwierf, tevens de vereischte kundigheden als hulponderwijzer heeft verworven. En dat is het gevaar. Wij leven in een schoonen tijd van décentralisatie of echter ook in het leger décentralisatie als zoodanig een factor ten goede kan worden, is wel aan eenigen twijfel onderhevig: laat ons voorloopig althans nog rustig centraliseeren. Dat men voorts van den adspirant-korporaal eenige bedrevenheid in het schermen met zijn wapen verlangt, kan niet anders dan toe gejuicht worden; laat hij hiervan blijken geven voor de examen-com missie, die over zijn toelating tot de kaderschool vrijwel beslist. En laat dit voorloopig voldoende zijn. Daar eerst, als de. adspirant eenmaal op de kaderschool is, kan men zijn schermopleiding in de juiste richting brengen en hem niet aanstellen als korporaal vóór en aleer hij zijn prevöt-examen aldaar met goed gevolg heeft afgelegd. Wanneer de korporaal dan later toelatingsexamen voor den cursus voor sergeant wil doen, kan men 870

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 64