Korte Mededeelingen. [Sept. 1914. Het Pruisische leger bestaat alleen uit Pruisen. De contingenten van de vorstendommen Schwartzbourg- Rudolstadt, Schwartzbourg- Sondershaüsen, Schaumbourg— Lippe, Lippe-Detmold en Waldeck en van de 3 vrije steden Bremen, Hamburg en Lubeck zijn er direct bij ingelijfd. Die van de groothertogdommen Hessen-Darm- stadt, Mecklenburg-Schwerin, Mecklenburg-Strelitz, Oldenburg en Saksen-Weimar, van de hertogdommen Anhalt, Brunswijk, Saksen- Altenburg, Saksen-Coburg-Gotha en Saksen-Memingen en van de 2 vorstendommen Reus vormen speciale troepenkorpsen, die afzonderlijke kenteekenen en uitmonstering hebben. In Hessen, Mecklenburg-Schwerin en Mecklenburg-Strelitz ontvangen de offi cieren, behalve van den Keizer, ook een patent van hun souverein. Het Groothertogdom Baden vormt een afzonderlijk korps, dat als regel alleen in zijn gebied garnizoen houdt. Elke Duitscher in staat om de wapens te dragen is weerplichtig d. i. kan onder de wapens geroepen worden vanaf z'n 17etotz'n 45ste jaar. Hiervan zijn alleen uitgezonderd de leden van de vorstelijke huizen. De diensttijd bestaat uit 2 periodes. a. Vanaf zijn 20ste jaar tot den 31 sten Maart van het jaar, waarin zijn volle 39ste levensjaar verloopt, is de Duitsche onderdaan verplicht tot effectieven dienst; welke hij achtereenvolgens vervult: In het actieve leger: bij de cavalerie en rijdende artillerie ge durende 3 jaar; bij de Infanterie, veld- en onberedenartillerie, genie en verkeerstroepen gedurende 2 jaar; bij den trein gedurende 1 jaar. In de reserve (54, 44 of 64 jaar naar gelang van het wapen). In de landweer v/d lsten ban (3 jaar voor de bereden troepen, 5 jaar voor de overigen). In de landweer v/d 2den ban (de rest van den tijd, totdat het volle 39ste jaar verloopen is.) b. De tweede periode wordt volbracht in den landstorm, die weer in 2 bans verdeeld is: de le bevattende alle mannen van 17 t/m 39 jaar, die niet in de voorgaande catagorieën zijn ingedeeld, de 2de bevattende alle mannen van 40 tot 45 jaar afkomstig uit den 2den ban van de landweer en den lsten van den landstorm. De inlijving in het actieve leger heeft plaats wanneer de volle ouderdom van 20 jaar is bereikt of in den loop van de volgende twee jaren. Men neemt gewoonlijk 8 a 9 recruten boven het vast gestelde contingent om te voorzien in de verliezen, die zich kunnen voordoen en om de korpsen altijd op sterkte te houden, liefst zelfs een weinig boven de budgetaire sterkte (d.w.z. die waarop bij de begrooting is gerekend). Zij, die voor den dienst goedgekeurd en overcompleet zijn, de verzorgers van gezinnen, de tijdelijk ongeschikten of minder geschik- ten worden in een afzonderlijke catagorie samengevoegd, de recru- teeringsreserve (Ersatzreserve), waartoe zij gedurende 124 jaar blijven behooren. 883

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 77