Korte Mededeelinoen. [Sept. 1914.
Bovendien zullen reserve escadrons worden gevormd, die aan de
eenheden in 2e linie zullen worden toegevoegd.
Er zijn 11 detachementen cavalerie mitrailleurs, elk tellende 91 man,
59 paarden en 6 mitrailleurs.
Daar deze detachementen bestemd zijn voor de cavaleriedivisiën
zou men hieruit de conclusie kunnen trekken, dat de Generale Staf
bij mobilisatie 11 van die divisiën zal vormen, die van de Garde in
begrepen.
De geheele cavalerie is bewapend met de lans (3.20 M. lang), de
rechte sabel en de karabijn (zelfde model als het Infie geweer) met
bajonet. De onderofficieren dragen de lans, maar hebben een auto
matisch pistool (systeem Borchardt) inplaats van de karabijn; de
officieren en de trompetters hebben de sabel en het automatisch
pistool.
Artillerie.
Ie. Veldartillerie, 100 regimenten, te weten: 71 Pruisische (waar
van 4 van de Garde) 12 Beyersche, 8 Saksische, 5 Badensche en 4
Wurtemburgsche, in het algemeen bestaande uit 2 afdeelingen van 3
veldbatterijen (uitgezonderd in de regimenten, waarbij rijdende
batterijen zijn). Overigens heeft één regiment per legerkorps een afdee-
ling veldhouwitsers inplaats van veldkanonnen; het Gardekorps en
het 15e legerkorps uitgezonderd.
Hierbij zij aangeteekend, dat er een instructie regiment bestaat van
2 afdeelingen veldartillerie en 1 afd. veldhouwitsers, dat gevormd
wordt door detachementen van de verschillende korpsen.
De veldartillerie telt 609 batterijen (9 instructiebatterijen inbe
grepen), waarvan 254 met sterke bezetting en 345 met zwakke bezet
ting; de 33 rijdende batterijen, zijn zeer sterk bemand.
De sterke bezetting van de batterijen telt 4 officieren, 143 onderoff.
en soldaten, 100 paarden, 6 bespannen stukken, 3 bespannen munitiecais
sons, 3 onbespannen munitiecaissons en 1 bespannen observatiewagen.
De sterkte van de rijdende batterijen bedraagt 4 off., 137 onderoff.
en soldaten, 144 paarden, 4 stukken, 4 munitiecaissons en 1 observa
tiewagen, alles bespannen.
Het veldkanon is van het model 1896 A, caliber 77 m. M., snelvuur
met schilden. De lichte veldhouwitser, model 1898 heeft een kaliber
van 10.5 c. M., met veerspoor affuit.
2e. Onbereden artillerie 24 regimenten a 2 bataljons, in 't alge
meen van 4 batterijen en 1 instructie regiment ook van 2 bataljons a
4 batterijen; dus 48 bataljons, waarvan 20 met sterke en 28 met
zwakke bezetting of te samen 187 batterijen, benevens 8 batterijen
van het instructie regiment en 1 proefbatterij.
Voorts 30 bespannings-detachementen (14 sterke en 16 zwakke
bezetting) en 2 bespannings-detachementen van het instructie regi
ment (sterke bezetting).
887