Sept. 1914.] De Opleiding en Oefening van het Veld-Escadron. wordt in deze 25 dagen besloten en zijn ze om, dan moet het Escadron klaar zijn voor grootere oefeningen. Het zou mij daarom gunstiger lijken, als de escadrons niet vóór 1 Juli beschikbaar waren voor groote oefeningen, brigade manoeuvres enz. en tevens, dat de meerdaagsche oefeningen pas aanvingen met dien datum; hierop kom ik nog terug. Het is voor iedereen dankbaarder en vruchtbaarder werken, als een gestelde taak eerst rustig afgewerkt kan worden, zonder dat voortdurend onderbreking plaats heeft. Op deze wijze werkende, hebben wij dus van 1 November tot 1 Juli, dus gedurende 8 maanden, oefeningen, waarbij het escadron rustig voort kan gaan met zichzelf te bekwamen en resten 3 maanden, n. 1. Juli, Augustus en September voor voortgezette oefeningen, oefeningen met onderdeelen van het eigen Wapen en oefeningen met de andere Wapens, terwijl 1 maand of \y% maand overblijft, waarin het esca dron geheel gevechtsvaardig is en zulks kan bewijzen met de Leger- manoeuvres. Gedurende de maand Juli zouden oefeningen met andere Wapens gehouden kunnen worden; wat betreft het 3de en 4de Escadron zal dit in de eigen garnizoenen wel geen bezwaar opleveren, wat Salatiga betreft, is dit te ondervangen, door Infanterie uit Ambarawa, Magelang of Semarang op meerdaagsche oefening te zenden naar Salatiga, of wel door de Escadrons naar die plaatsen te dirigeeren. Met half Augustus worde degeheele Cavalerie samengetrokken en werkt nu gedurende een maand onder direct bevel van den Chef van het Wapen, de Ophelderingsdienst wordt nu grondig beoefend tegen het eigen Wapende Commandant der Cavalerie te Salatiga (bij mobi lisatie de Commandant der Legercavalerie) kan nu als het ware dagelijks de escadrons, waar hij mede voor den vijand zal moeten komen, zelf aanvoeren, terwijl de Chef van het Wapen in de gelegen heid zal zijn om de toekomstige aanvoerders van de Legercavalerie ook herhaaldelijk meer dan één Escadron als commando te geven. Elk jaar zou voor deze oefeningen een andere verzamelplaats gekozen kunnen worden, zoodat alle veld-escadrons thuisraken in de terreinen, waar wij eventueel tegen vijand zullen moeten optreden. Deze maand van Cavalerieoefeningen sluit aan bij de groote manoeuvres; die maand vormt om zoo te zeggen jaarlijks de laatste leerschool, die doorloopen wordt. 818

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 8