Oct. 1914]. Beschrijving en gebruik der patrouilletelefoon
gelascht. Eerst echter schakelt men op de plaats van de breuk
het toestel in en roept op, om na te gaan of er niet meerdere
storingen aanwezig zijn.
Bestaat er afleiding, dan wordt de lijn, waar dat nog niet gebeurd
was, opgehangen. Slechte stukken van de isoleering worden om
wonden met een stuk isolatieband. Bij het voorkomen van kern
breuk of grooten weerstand zal het ondoenlijk zijn om naar de fout
te zoeken. De medegenomen rol kabel wordt dan inplaats van
die, waarin de breuk zit, uitgerold en in de lijn geschakeld. Dat
kan men ook doen als van een rol de isoleering zeer slecht blijkt
te zijn.
Is er inductie op de lijn, dan is daaraan in den regel weinig te
doen. Het beste is dan om den eigen kabel zoo ver mogelijk van
de andere lijnen af te leggen.
Bestaat er contact, dan wordt de blanke plaats met een stuk
isolatieband omwonden en de kabel van de blanke lijn verwijderd.
Het uitzenden van twee lijnleggers is onnoodig indien het te
onderzoeken lijngedeelte niet meer dan zes rollen bedraagt 3 KM.)
In dat geval stuurt men om de beurt een lijnwerker uit. Heeft
men geen reservetoestel om aan den lijnwerker mede te geven,
dan neemt men het toestel van het station zelf mede bij het lijn-
onderzoek. In dit geval moet steeds de lijnwerker van het station,
waar slechts één lijn op het toestel aankomt, met dat toestel de
lijn langs. Hij schakelt dan het medegenomen toestel bij de breuk
of zoo hij die niet vindt bij het begin van elke nieuwe rol in en
tracht dan verbinding te krijgen met het station, waar hij op toe
loopt. Op deze manier vindt men tenslotte in welke rol de storing
voorkomt en kan men die rol dan aan een extra goed onderzoek
onderwerpen. Is dan de storing hersteld, dan schakelt men terug
gaande naar het eigen station bij het begin van een rol telkenmale
het toestel weder in en zoekt verbinding met het andere station.
Dit dient om na te gaan of tusschen het eigen station en de storing
niet nog andere storingen voorkomen. Ten slotte bereikt men het
eigen station, waar het toestel weder aan de lijn wordt ingescha
keld.
Is een telegraafafdeeling in de buurt, dan leent men daar een
fluittelefoon.
Het is zaak om bij lijnen, die eenige dagen blijven liggen, minstens
920