[Oct. 1914. Natuurlijk gelooft niet ieder Japanner onvoorwaardelijk aan den goddelijken oorsprong der dynastie en dergelijke twijfelaars zijn vooral in de groote steden als Tokyo en Osaka talrijk Maar niemand zal zijn twijfel of ongeloof dienaangaande openlijk durven uitspreken; in de groote meerderheid van het volk leeft het geloof ongeschokt voort en niets wordt verzuimd om het op de scholen aan de jeugd reeds vroegtijdig in te prenten Alzoo, gemakkelijke opvattingen omtrent het leven hiernamaals, overgeleverde en nog steeds gehuldigde begrippen van dapperheid en trouw aan den Keizer, het vooruitzicht na den dood op het slagveld jaarlijks aangebeden te worden door den Keizer, die zelf van goddelijken oorsprong is, al deze factoren zullen veroorzaken, dat de Japanners voor hun Land en hun Keizer met eene doods verachting strijden, welke vergeleken kauworden met het fanatisme, waarmede Muzelmannen den heiligen oorlog voeren. Echter kan een ernstige tegenslag alles bederven; hierover later. Niets wordt verzuimd om bij het volk in het algemeen en bij de dienstplichtigen onder de wapens in het bijzonder een gevoel van meerderheid boven andere volken te vestigen, waartoe de belachelijke en ziekelijke japanaanbidding van zoo vele buitenlanders wel is waar slechts middellijk, maar toch krachtig medewerkt. Steeds wordt gewezen op den goddelijken oorsprong van den Heerscher, een voorrecht, dat geen enkel ander land deelachtig is, en den jongen manschappen wordt geleerd, dat de Japanners wegens hunne ver heven gevoelens van trouw, vaderlandsliefde en piëteit verre boven andere volken staan. „Alleen westerlingen vluchten, Japanners nooit", heet het theoretische onderricht en de vele op de Russen veroverde schepen moeten de herinnering aan de overwinningen van 1904-1905 levendig houden. Met hetzelfde doel zijn op de Chineezen en de Russen buitgemaakte kanonnen en ander oorlogsmateriëel opgesteld op plaatsen, waar oud en jong dikwijls te zamen komen, zooals tempels, scholen, openbare parken en speelplaatsen. Ook wordt niet verzuimd er op te wijzen, dat Japan in staat bleek Rusland, dat in 1812 den grooten Napoleon weerstond, te verslaan en hierin (1) Het Keizerlijk edict voor de opvoeding van 30 October 1890 is de grondslag van de hiertoe strekkende lessen. Zijn inhoud komt vrijwel overeen met de hierboven aangehaalde woorden van Prof. Nitobe. 929 JAPANSCHE LEGER.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 31