Oct. 1914 Automatische Tempeertoestellen en EénTempeer-
het tandrad (5) liggende om den bovensten stelring, waardoor rad
en ring weer onwrikbaar verbonden zijn. De juiste instelling wordt
nu verkregen door draaien aan de bovenste stelschroef (9), die op
het tandrad (5) werkt.
Om correcties aan te brengen, draait men aan de onderste stel
schroef (15), welke werkt op den getanden buitenrand van den
ondersten stelring (3), tot de gewenschte deelstreep der correctie-
verdeeling staat tegenover het merkteeken onder op het kleine
venster in den wand van de kap aangebracht.
Om de kap te bezigen voor het tempeeren van buizen voor
veldkanonnen, wordt de stift uit het bevestigingsschroefje (14)
getrokken, de schroef losgedraaid en de ring verschoven, tot de punt
der schroef in een andere uitfreezing van den ring komt, waarna
de schroef wordt aangedraaid en met de stift vastgezet. In het
groote venster is dan zichtbaar: „Vd. L/30".
Om een buis te tempeeren, wordt de kap, zoodanig op den kop
van het. projectiel geplaatst, dat de uitfreezing van den bovensten
stelring grijpt over een nok op den sasring, waarbij de pijl op de
kruk aangeeft op welke hoogte binnen in de kap zich die uitfreezmg
bevindt. Daarna wordt de kap middels de kruk krachtig naar
beneden gedrukt en tevens zoolang naar rechts gedraaid, tot de
pal (18) van den ondersten stelring stuit tegen den nok op de
tafel der buis.
Het tempeeren heeft dan plaats gevonden en kan de kap op
een ander projectiel geplaatst worden.
Eenige automatische tempeerkappen werden tegelijk met de proefka-
nonnen L/20 uitgezonden, evenals eenheidsprojectielen van de modern
ste constructie met de viervoudige buis, volgens onze constructie.
Omtrent den stand der proeven met het proefgeschut lichtte ons
Tijdschrift ons in. Hoe het gegaan is met de projectielen, buizen
en tempeerkappen is ons tot nu toe onbekend. Werden ze beproefd,
werden bij die proeven gebreken of nadeelen ontdekt? Een open
vraag
Ware het niet wenschelijk, daaromtrent inlichtingen te verstrekken,
opdat gebreken zouden kunnen worden geelimineerd, aan nadeeien
worden tegemoet gekomen of deze weggenomen?
946
1) I. M. T. 1913, II. blz. 963.