Indische Tactiek?
[Oct. 1914.
op het Schwarzwald, Bosnië en de voor een groot deel met wijn
gaarden bedekte Povlakte (Custozza). Dat het bedekte en geacci
denteerde terrein iets specifiek Indisch zou zijn, dat tot eene bij
zondere wijze van oorlogvoering zou moeten leiden in afwijking
van de algemeen als juist erkende grondbeginselen, kunnen wij dan
ook niet toegeven.
öroote mate van initiatief, begrip van goede samenwerking, ver
banning van sleur, weten wat men wil, zonder zich door bijover
wegingen te laten afleiden, een hoog gevoel van samenwerken, en
een uitmuntend oog op kaart en terrein, dit zijn eischen, welke
ten allen tijde en overal moeten worden gesteld. Waar deze eigen
schappen ontbreken, blijven de jammerlijke gevolgen niet uit, noch
in Indië noch elders.
Dat het offensief alleen tot de overwinning leicjt, is eveneens
als een algemeen erkend axioma te beschouwen. In het verkondigen
van deze beginselen behoeven onze voorschriften dus zeker niet
van de toonaangevende Europeesche af te wijken.
Ten slotte moet ieder bevel, wanneer en aan wien ook gegeven,
een heldere uiteenzetting van het te bereiken doel bevatten alsmede
vermelden, wat de A. B. als ieders aandeel zich daarvoor gedacht
heeft. De aard van het terrein staat hier geheel buiten.
Zouden de Fransche, Duitsche of Japansche beginselen, of zelfs
de Nederlandsche, dan niet voldoen aan de bovenomschreven desi
derata, welke volgens schrijver het kenmerk moeten zijn van de
oorlogvoering in onze terreinen? Het zal schrijver niet gemakkelijk
vallen, zulks aan de hand van de betrekkelijke voorschriften aan
te toonen
Terecht wordt door schrijver de draak gestoken met de wijze,
waarop wel eens de studie van buitenlandsche auteurs en voor
schriften alsmede van de krijgsgeschiedenis wordt opgevat. Zeker,
wij kennen ze ook, die in het memoreeren van een aantal data,
eigennamen en nummers van korpsen het hoogste zien, dat de
krijgsgeschiedenis ons biedt, die bij elke oefening in het terrein
of op de kaart een voorbeeld bij de hand hebben van Sandepoe,
Austerlitz of de Tweede Atjehexpeditie. Een bewijs, dat men de
stof bestudeerd en verwerkt heeft, is dit nog allerminst. Volkomen
gaan wij met schrijver accoord, waar deze de noodzakelijkheid,
betoogt van „het ontwikkelen van ons denkvermogen". Hot heefi
949