M
Indische Tacfiefc?
In het artikel „De invloed van het terrein op de Indische oorlog
voering" (1. M. T. Juli 1914) wordt een pleidooi gehouden vooreen
bijzonder soort oorlogvoering, eene verbeterde inlandsche, waarbij
men het minder zal moeten zoeken in de beginselen van den grooten,
daarentegen in die van den kleinen oorlog, een tusschenvorm en
wel die van een stelselmatig optreden met kleine af deelingen,
Alzoo eene bijzondere strijdwijze voor Indië, dus een Indische
tactiek
Wij meenden, dat de strijd over dit vraagstuk ongeveer een kwart
eeuw was uitgestreden, en men ten slotte tot de overtuiging was
gekomen, dat er slechts één tactiek leer der gevechtsvoering)
denkbaar is, doch dat de toepassing daarvan afhankelijk is van de
omstandigheden, dus o. a. van den aard van het terrein.
Ook den kleinen oorlog waanden wij voor goed van de baan na
het overtuigend artikel „Harceleeren, taquineeren, chicaneeren (I.M.T.
1910 No. 1 en 2) en thans zien wij plotseling deze vraagstukken op
nieuw aan de orde gebracht.
De reden, welke den schrijver er toe bracht, zijne denkbeelden
hieromtrent te ontvouwen, is dat zijnsinziens bij de samenstelling
van onze tactische voorschriften, in het bijzonder van de Gevechts
handleiding, geen rekening is gehouden met het bepaald karakter
van het Indisch terrein, dat in de eerste plaats bedekt en geacci
denteerd is.
Hetgeen hier omtrent het terrein wordt betoogd, is in het algemeen
waar, maar dat hier geen velden en terreinen zijn, waarop—volgens
schrijver de theorie van degroote gevechten en slagen is gebouwd,
kunnen wij niet toegeven. Wij vestigen hierbij o. a. de aandacht
op het terrein tusschen Bekassi en Poerwakarta en in de omgeving van
Kali Djatti (Tjiassem- en Pamanoekanlanden). Maar bovendien telt toch
ook Europa een groot aantal terreinen, welke zoo bedekt en geacci
denteerd zijn, dat zij eveneens van grooten invloed zijn op degevechts-
voering. Afgezien van het hooggebergte, wijzen wij hier slechts
948