Militaire politiek van Japan. [Nov. 1914. tot vaststelling van de gezamenlijke waterverplaatsing van het ma terieel der zeemacht op 500.000 ton. Omtrent de meening van den Raad over deze voorstellen is nog niets met zekerheid bekend, doch niemand twijfelt er aan, dat in het a. s. begrootingsjaar met de oprichting van twee nieuwe divisiën begonnen zal worden. Voor het overige kan slechts gegist worden naar de voornemens van het kabinet. Aan de eene zijde is het denkbaar, dat Graaf Okuma een overtuigd voorstander van de legeruitbreiding als Generaal Oka in zijn kabinet opgenomen hebben zou, zonder zijne inzichten te deelen, aan de andere zijde wekt het verbazing, dat de minister president in eene rede te Yokohama belastingvermindering tot een bedrag van 20 millioen aankondigt. In de pers ontbreekt het natuurlijk niet aan voorstellen om over eenstemming te brengen tusschen de eischen der landsverdediging en die van 's Lands schatkist. Zoo bepleit de leider der Kokuminto, de Heer Inukai, militaire vooroefeningen van de jeugd op groote schaal, om, zonder nadeel voor de bruikbaarheid van het leger, tot verkorting van den oefeningstijd te geraken; men zou dan tot uitbreiding kunnen overgaan, zonder dat de uitgaven grooter dan tot dusverre zouden worden. Met het invoeren van bezuinigingen wordt nog steeds voortgegaan. B. De (Ilililaire maatregelen tot bescherming nan Dapan's belangen in China. Uit den aard der zaak heeft Japan immer groote belangen in het aangrenzende China gehad, waarbij op den voorgrond stond het verkrijgen van voordeelige markten voor de voortbrengselen zijner nijverheid en niet van een débouché voor zijne overbevolking; China zelf lijdt daar te veel aan om nog plaats te hebben voor van elders komende landverhuizers, terwijl Mantsjoerye in dit opzicht wel eene uitzondering maakt, doch evenmin als het naburige Korea den stroom der Japansche landverhuizers tot zich trekt (1). Eene nieuwe poging op dit gebied doet de Zuid Mantsjoerye Spoor wegmaatschappij, door den soldaten der spoorwegbewakingstroepen, wier diensttijd verstreken is, belangrijke voordeelen aan te bieden, wanneer zij zich als landbouwer niet alleen in het pachtgebied Kwantung, doch ook in het overige Mantsjoerye willen vestigen. Gelukt deze poging tot kolonisatie, dan worden ook op militair gebied belangrijke voordeelen verkregen. 1015

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 29