Militaire politiek van Japan. [Nov. 1914. welke een druk verkeer tusschen Japan en Shanghai onderhouden; overscheping te Shanghai op de rivierbooten der—eveneens Japan- sche—Nisshin-Kisen Kaisha, welke een geregelden dienst tusschen Shanghai en Hankou en verder stroomopwaarts onderhoudt, is niet noodig, omdat zeeschepen tot Hankou de Yang tse kunnen opvaren. De tegenstelling tusschen Noord- en Zuid-China, welke in de onlusten van 1911 en 1912 en nog duidelijker in die van 1913 bleek, was Japan naar zijn streven om lotsverbetering op kosten van China zeer welkom. Wel zagen vele Japanners niet zonder bezorgdheid den val der Mantsjoe-dynastie en de vestiging eener republiek, omdat zij daarvan voor den Japanschen staatsvorm na- deelige gevolgen vreesden, doch de verdeeldheid tusschen Noord en Zuid kon politiek voordeelig voor Japan worden, omdat van een verdeeld China nooit gevaar te duchten is. De Zuidelijken verloren het pleit, hetgeen de positie der Japan ners in het Yang tse-gebied zeer geschaad hebben zou, indien niet het dooden van een paar Japansche onderdanen en het plunderen van Japansche eigendommen door Chineesche regeeringstroepen bij de inneming van Nanking in de eerste dagen van Sept. 1913 de Japansche regeering eene zeer welkome gelegenheid gegeven had om de regeering te Peking hare macht te doen gevoelen. Een paar minder belangrijke gevallen, waarbij wrijving tusschen Japan ners en Chineezen voorgekomen was, moesten denzelfden dienst doen en zoo kwam de Japansche regeering met eene lange lijst van eischen tot verkrijging van schadevergoeding en voldoening voor den dag. Algemeen wordt aangenomen, dat Japan ook eene blijvende militaire vestiging te Nanking op deze lijst gesteld had, doch dat de bondgenoot Engeland het daarvan heeft doen afzien, zoodat te Nanking een tegenhanger van de vestiging te Hankou althans voor- loopig achterwege blijft. Van rechtstreeksch belang voor de Japansche wapen- en geschut- fabrieken is de verhouding, waarin de Hanyehpingmaatschappij tot Japan is komen te staan. Deze maatschappij, welke de ijzersmel terijen van Hanyang, de ijzermijnen van Tayeh en de kolenmijnen van Pinghsiang exploiteert, was gedurende de omwenteling in groote moeilijkheden geraakt en zal nu met hulp v in Japansch kapitaal weder op de been geholpen worden, waarvoor den Japanschen geldschieters, een overwegende invloed toegekend wordt en het 1023

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1914 | | pagina 37