Nov. 1914], Knoeierijen bij de Werving.
hij zal worden afgericht en waar hij aankomt meteen paar
luttele guldens, treurig restje van z'n engagementspremie ad 100
gulden.
Onderweg in den trein bemerkt hij, dat hij nog bijzonder pienter
is geweest; want eenige zijner collega's zijn totaal leeggeplunderd
niet alleen, maar hebben van hun eerste gedeelte eerste uitrusting
bovendien reeds eenige artikelen (o. a. het mooie zakmes) aan onbe
kende soldaten van de subsistentencompagnie verkocht. Een van
de pientersten legt hem uit, dat ze daarvoor bij aankomst bij het
depot wel een „douw" zullen krijgen. Welke mededeeling Kromo's
moreel enorm doet stijgen. Hij was blijkbaar zoo stom niet.
Wat er verder met Kromo gebeurt, zijne ervaringen bij het depot
bataljon, waar eveneens een heele slier gladakkers op hem ligt te
loeren, zal ik een volgend maal vertellen. Als ik alles tegelijk me
dedeelde, zou ik vreezen den lezer al te somber te stemmen omtrent
den „poel van bederf", waarin de goedige Kromo is terecht gekomen.
Terloops zij hier medegedeeld, dat de sergeant-werver eenige
guldens heeft moeten afschuiven aan den sergeant-majoor-admi
nistrateur der subsistentencompagnie, aan den fourier en aan den
europeeschen sergeant belast met de keuring. Voor het opmaken van
de administratieve bescheiden
Voorts een paar gulden aan den hulpwerver.
Zoodat hij van zijn twintig gulden aanbrengpremie nog een zoet
winstje overhoudt van minstens veertien gulden per recruut, hetgeen,
gevoegd bij de hiervoren genoemde onwettige emolumenten, hem
een maandelijksch inkomen bezorgt van dikwijls véél meer dan een
oud kapitein.
Men behoeft dus volstrekt niet bevreesd te zijn voor de werving,
indien men die heeren extra achter hun broek rijdt en hen zooveel
mogelijk tegenwerkt in het sleepen van onwettige inkomsten. Voor
hen „tien" andere wervers. Het „baantje" is zeer gewild
1) Dikwijls worden door sergeanten-wervers voorschotten op de enga
gementspremie verstrekt, die na het ontvangen van het handgeld met een
veel hooger bedrag worden terugbetaald.
Ook wordt meermalen geld gevraagd voor vergunning om een vrouw
mede te nemen; voor haarknippen, voor hulp bij het verzenden van geld
per postwissel naar familieleden en voor andere dergelijke kleinigheden.
1040