Van Vreemde Legers.
Nov. 1914.]
De korpscommandanten zijn verantwoordelijk voor de verdere
opleiding hunner officieren. Het voornaamste doel dezer opleiding
is aankweeking en onderhoud van den militairen geest en zij hebben
rus daaraan in de eerste plaats hunne aandacht te wijden. Zij re
gelen de opleiding in verband met den dienst bij het korps en
leeren hun officieren zelfstandig werken. Voorts wordt de nadruk
gelegd op het onderhouden van eene goede kameraadschap onder
de officieren van het korps. Tot vermeerdering van de militaire
kennis dient bestudeering van de tactiek, de krijgsgeschiedenis
en aanverwante onderdeelen van de krijgswetenschap, van de
deglementen en voorschriften en van de militaire toestanden in het
buitenland. Daartoe worden aanbevolen tactische oefeningen op
de kaart en in het terrein, het uitwerken van opdrachten van ver
schillenden aard, het houden van lezingen en het vervaardigen van
terreinschetsen. Aan tactische oefeningen op de" kaart wordt het
voordeel toegekend, dat zij gelegenheid geven tot het scheppen van
onverwachte toestanden, waardoor de deelnemers geoefend worden
om vlug en in overeenstemming met de omstandigheden een besluit
te nemen. Groote waarde wordt gehecht aan terreinverkenningen.
De officieren moeten in staat zijn snel duidelijke en nauwkeurige
berichten samen te stellen betreffende elk terrein, waarvan geen
kaarten bestaan en deze berichten toe te lichten door schetsen,
opgenomen op het oog of uit het geheugen.
De korpscommandanten zullen zorgen, dat hunne officieren zich
geregeld in het schermen en het paardrijden oefenen; zoo noodig,
wordt hun ook het „jujutsu" onderwezen.
Den 6den Juni werd het nieuwe velddienstvoorschrift door den
Keizer bekrachtigd. De veranderingen hebben hoofdzakelijk betrek
king op de invoering van vliegtuigen, draadlooze telegrafie en
dergelijke technische hulpmiddelen.
1060